Er is moed toe noodig om in het gevecht een bevel zoo goed mogelijk na te komen. Er is méér moed noodig om zich onder die omstandigheden zelf te bevelen en het bevel uit te voeren. Moed, dapperheid en opofferingsgezindheid zijn geen altijd-bloei- ende bloemen aan den boom des levens. Uit moed wordt koelbloedigheid geboren, welke den gevechts toestand klaar doet overzien. Zij waarborgt standvastigheid bij terugslagen en gereedheid om elk oogenblik uit te buiten om ongunstige omstandigheden te kee- ren. In den moed is alles vereenigd verstand, bekwaamheid, door zicht en berekening. Voor de gevaarlijkste opdrachten nemen de aanvoerders steeds de moedigsten. Het zijn altijd de moedigsten, die zij het eerst in den dood of ter overwinning zenden. De moedige verhonderdvoudigt zich in het gevecht door zijn gegeven voorbeeld. Met den moéd sterft de weerkracht van de weermacht. Uit de moedigen worden de aanvoerders geboren. Napoleon bevorderde altijd de moedigen. Op de moedigen kan men bouwen. Het gevaar trekt bijna alle mannen aan. De groote gevaren hebben alleen aantrekkingskracht voor de moedigen. Voor de moedigen is het gevaar alleen van belang, omdat zij zich daaraan zoo dikwijls moeten blootstellen. Gevaren moet men onderkennen. Dronken menschen kennen geen gevaar, laat staan dat zij ze kunnen onderkennen. Strijd daarom nuchter. Gevaren maken den strijder warmbloedigden moedige koudbloedig. In het gevaar werkt de strijd dikwijls als een verlossing. Het aanwezige gevaar maakt den strijder nederig. Het afwezige gevaar maakt van hem dikwijls een pocher. IJdelheid kent geen grenzenbehalve het gevaar. 770

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 26