We willen den nadruk leggen op de woorden gebeurlijk onder
leiding van den sectiecommandant. Want hoewel we de vakkennis
van de brigade- en groepscommandanten nu niet direct behoeven
te onderschatten, wijst de practijk van het opleiden toch wel uit,
dat de leiding van den sectiecommandant inderdaad onontbeerlijk
is. Het opleiden van de onderdeelen zijner sectie is wel een van de
moeilijkste vredestaken van den sectiecommandant. Afgezien nog
van de noodige ervaring in het geven van instructie, welke men
pas na geruimen tijd machtig wordt, eischen andere diensten en
werkzaamheden zijn aanwezigheid veelal elders op, hetgeen den
tijd beperkt, dien 'hij aan zijn sectie kan besteden. Het gaat er dan
ook om, in den kortst mogelijken tijd de belangrijkste kennis
zoodanig te onderwijzen, dat de hoogst mogelijke graad van
practische geoefendheid wordt verworven.
Naast den primairen eisch, dat het kader de reglementen en
voorschriften, voor zooverre in de opgave der vereischte kennis
is aangegeven, grondig onder de knie heeft hetgeen kan worden
gecontroleerd door periodiek schriftelijk te houden steekproeven
dringt de volgende vraag zich naar aanleiding van het boven
staande ter beantwoording aan ons op
Wat is voor een brigade- of groepscommandant het belangrijk
ste
A. Aanval en verdediging
De brigade- en groepscommandanten moeten in de eerste plaats
een duidelijk begrip hebben van het kenmerkende van den
aanval en de verdediging. Om 'hun dit begrip bij te brengen, c.q.
het in hun geheugen terug te roepen, moet in chronologische
volgorde met hen worden behandeld
1. A.T.V. I, Hoofdstuk II, De wapens en diensten (globaal).
Het gaat hierbij hoofdzakelijk om de taak van de hulpwapens
in het raam van den aanval en de verdediging, alsmede om het
geven van een globalen indruk van de moeilijkheden, verbonden
aan het organiseeren van de samenwerking met de infanterie
[bijv een indruk geven van den tijd, dien de artillerie noodig
heeft, om te reageeren op een aanvraag om steun van de infanterie
in voorste lijnhet zoo mogelijk laten zien en uitleggen van foto's
uit tijdschriften van een infanterie-aanval, gesteund door vecht-
wagens enz. (Het tijdschrift „Geeft Acht" leent zich vaak bij
uitstek hiertoe)].
2. G.V.I., Hoofdstuk I. De Bewapening. Met name het geweer
(de karabijn), de pistoolmitrailleur, de karabijnmitrailleur, de
mitrailleur, de handgranaat, de mortier en de granaatwerper. Het
gaat hier voor het kader om het vermogen, 's vijands wapenwerking
op de juiste waarde te schatten, en de wijze, waarop de hierboven
opgesomde wapens op grond van hun technische eigenschappen
777