kunnen worden gebruikt. Men beperke zich hierbij tot de een voudige grondbeginselen. 3 R.I. IV, punt 197. Het kenmerkende van den aanval en de verdediging, en in aansluiting hierop 4. Het kenmerkende verschil in den aanval tusschen de k.- en km groep in brigadeverhand. In de k.groep zetelt de stootkracht, terwijl de km.groep tot taak heeft, de k.groep als het ware naar den vijand toe te werken. Terwijl dan ook de k.groep bestaat uit manschappen, die het vechten tot uitsluitende taak hebben, bestaat de km.groep uit een automatisch wapen met bediening, benevens een aantal munitiedragers. Deze munitiedragers of handlangers zijn bewapend met karabijn en klewang ten behoeve van de nabijverdediging van den km. en de zelfverdediging. Een bijkomstig zij het belangrijk voordeel van evenvermelde bewapening is de hierdoor geboden mogelijk heid, de k.groepen tijdens den stormaanval met handlangers te versterken, terwijl bij verlies van den km., de km.groep altijd nog als k.groep kan optreden. Verschillende taken worden uiteraard ook op verschillende wijze uitgevoerd. Wij zien dit tot uiting komen in de formatie van de in groepen gesplitste brigade, alsmede in het tijdstip van vuuropening, het optreden tijdens den stormaanval en het doordringen. De km. groep baant den weg voor de k.groepzij strijdt met het vuur van den km. De k.groep volgt zoo lang mogelijk zonder vechten het door de km.groep gebaande pad, en neemt via den stormaanval het initiatief van de km.groep over zij strijdt het gevecht van man tegen man. Zooals de handlangers in de km.groep als neven taak de stootkracht van de k.groep kunnen versterken, kunnen de manschappen van de k.groep op ongveer 200 m voor de vijan delijke stelling als neventaak het vuur van de km.groep versterken. Het zijn echter neventaken, meer niet. B. De k.groep in den aanval. Na het onder A. vermelde te hebben behandeld, kunnen we met de k.groep beginnen. De allereerste eisch, welke in den aanval aan een k.groepscommandant wordt gesteld, is, zijn groep met zoo gering mogelijke verliezen aan den vijand te kunnen brengen, om vervolgens in het handgemeen met hem af te rekenen. Met de minst mogelijke verliezen beteekent, dat hij in staat moet zijn le. rekening houdend met de kans op het ontvangen van vijande lijk gericht automatisch vuur, de formatie te bepalen, welke den vijand de minste trefkans biedt (colonne met eenen, colonne met eenen met vergroote tusschenruimte tusschen de manschappen, opgeloste orde). 2e. de gezichts- en vuurdekkingen in het terrein te onderkennen en uit te buiten, en in verband daarmede de wijze aan te geven, 778

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 32