waarop de groep van dekking tot dekking voorwaarts moet gaan
(gewoon loopend, dan wel sprongsgewijze door de geheele groep
tegelijkertijd, of indien 's vijands vuur daartoe dwingt
sprongsgewijze door kleine groepjes of man voor man. Punt 232
R.I. IV).
Thans een en ander over de methodiek bij het onderricht in
de onder le en 2e genoemde onderwerpen. Alvorens deze beide
punten afzonderlijk in behandeling te nemen, moeten we aller
eerst met nadruk wijzen op de vrijwel immer gemaakte fout,
dat bij het opleiden beide onderwerpen gelijktijdig en door
elkander worden afgehandeld. Men krijgt dan geen duidelijk
beeld van wat men nu eigenlijk precies aan het doen is. Het
gevolg is, dat naar willekeur nu eens de opgeloste orde wordt
aangenomen, dan weer de colonne met eenennu eens het terrein
volkomen wordt genegeerd, dan weer een willekeurige, niet met
de werkelijkheid overeenstemmende terreingesteldheid wordt
verondersteld, aanwezig te zijn. Ook bij het beoefenen van het
sprongsgewijze voorwaarts gaan wordt dan niet op een vaste, juiste
basis gewerkt. Men springt ijverig op de wijze, zooals de brigade-
of groepscommandant dit op een bepaald moment voor de variatie
maar eens toegepast wil zien. N.o.m. ligt de oorzaak van dezen
gang van zaken niet altijd in gebrek aan theoretische kennis van
den inhoud van het R.I. IV, als wel in een onvermogen, deze
theoretische kennis in practijk te brengen. De navolgende be
handeling der eerdergenoemde onderwerpen moge bij het onder
richt in deze materie tot richtsnoer dienen.
ad le. Alvorens met dit onderdeel van de opleiding een
aanvang te maken, moeten de brigade- en groepscommandanten
volkomen op de hoogte zijn van de punten 220 t/m 224, 227 en
228 van het R.I. IV. Bovendien geve men hun het navolgende
overziohtstaatje ter bestudeering.
779
Het gebruik der verschillende formaties.
a. De colonne met eenen.
1. Wordt gebruikt, wanneer men geen gericht vijandelijk vuur (van auto
matische vuurwapenen) kan verwachten.
Wanneer kan geen (gericht) vuur worden verwacht
I. Wanneer men nog ver van den vijand verwijderd is.
II. Vlak bij den vijand, wanneer de terreingesteldheid zoodanig is,
dat geen vuur, vanwaar ook, kan worden ontvangen (bijv. in een
kronkelend ravijntje, midden in een kampong, in zeer onover
zichtelijk, dicht begroeid terrein enz.).
2. Bovendien geschikt voor het doorschrijden van artillerievuur.
N.B. De colonne met eenen is de grondvorm. Deze formatie wordt ge
bruikt, tenzij de omstandigheden (vijand en terrein) dit onmogelijk maken.
b. De colonne met eenen op pas.
Wordt aangenomen, wanneer van voren geen vijandelijk automatisch
vuur kan worden verwacht, doch wel van (schuins)links en (of) (schuins)-
rechts (bijv. links en rechts open terrein, vóór een door eigen troepen reeds
bezetten heuvel).