780 c. de opgeloste orde. Wordt aangenomen, indien men van voren, dan wel van voren en van opzij vij. automatisch vuur kan verwachten. Toelichting Biedt den vijand geen doelwit van opeengehoopte menschen. De vijandelijke schutter moet steeds „gaten" zien. Om hieraan te voldoen, heeft de gp.cdt. zich telkens weer af te vragen I. Waarvandaan kan ik in dit terrein vuur verwachten? II. Welke formatie moet ik in verband daarmede de groep doen aanne men, om den vijand slechts gaten aan te bieden. d. De verspreide orde. Deze vorm valt eigenlijk buiten het bestek van dit overzichtstaatje. Om te kunnen vuren moeten de manschappen van de groep nu eenmaal naast elkander komen te liggen. Dit naast elkander wil niet zeggen, dat zij op één lijn moeten liggen. De groep zou dan uiterst kwetsbaar worden voor flankeerend vuur. Een juist aangenomen verspreide orde moet er uitzien als een ondiepe opgeloste orde. Het voordeel is hierbij, dat de manschappen in voldoende mate naar voren kunnen vuren, zonder hun kameraden in gevaar te brengen, terwijl zooveel mogelijk naar links en rechts nog „gaten" aan den vijand worden geboden. Heeft hiermede het kader zijn aandeel gekregen in de voor bereiding van de oefening, de sectiecommandant is nog niet klaar. Hij geve zich rekenschap van het navolgende. Onderstellend, dat de te oefenen k.groep deel uitmaakt van de vuurlinie, zal de groepscommandant op een gegeven oogenblik hetzij doordat de sectiecommandant hem waarschuwt, dan wel doordat hij ergens in het terrein een automatisch wapen hoort ratelen of plotseling een vijandelijk km. a.a. waarneemt tot het inzicht komen, dat hij gericht vijandelijk vuur kan verwach ten. De groep bevindt zich dan nog op grooten afstand van de vijandelijke hoofdweerstandsstrook. Moeten de manschappen nu reeds bij voorbaat hard gaan loopen, springen en kruipen Na tuurlijk niet, daar ze anders op het oogenblik van den stormaanval reeds volkomen uitgeput zijn, afgezien nog van de tijdwinst, die een dergelijk optreden den vijand zou bezorgen. Zoolang dan ook geen daadwerkelijk vuur wordt ontvangen, of de groepscomman dant nog geen bericht heeft gekregen, dat daar en daar in de marsohrichting de vuurstrook van een vijandelijk automatisch wapen ligt, laat hij de manschappen van zijn groep in de geëigende formatie rechtop en met den gewonen pas door het terrein loopen, en wel van terreindekking naar terreindekking. Deze terrein- dekkingen worden zonder meer gepasseerd of doorschreden, tenzij plotseling een vuuroverval plaats vindt, of de groepscommandant zeker weet, dat hij onder vuur zal komen. Tot zoover wat betreft het onder le vermelde. De beoefening van dit onderwerp eindigt zoodra vijandelijk vuur wordt ontvangen. Waaruit bestaat nu, het voorgaande in aanmerking genomen, de oefening Zij is uiterst simpel. Daar het, althans in eerste instantie, gaat om oefening van de brigade- en groepscommandanten, neme men alleen de ondercommandanten van de sectie, benevens een k.groep

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 36