oplossing daarvan te brengen slechts trachtte ik richtlijnen aan
te geven, waarlangs op snelle en eenvoudige wijze een n.m.m.
zeer aanvaardbare oplossing voor het oogenblik zou zijn te ver
wezenlijken.
Uiteraard kleven aan een dergelijke „noodoplossing" bezwaren
op verschillend gebied, bezwaren echter, welke ik vermeen dat
wij zullen moeten aanvaarden, zij het dan tijdelijk. Zooals ik in
mijn vorig artikel reeds zeide, moeten wij thans streven naar een
oplossing welke a la minute te realiseeren is, waarbij wij het
goede niet voor het betere moeten verwerpen.
De vraag is slechts, hoever kunnen en willen wij gaan bij het
aanvaarden van de bezwaren, welke een zoodanige oplossing on
vermijdelijk met zich brengt.
De beantwoording van deze vraag, waarbij zeer vele factoren
meespreken, ligt elders.
Hoewel ik hiermede zou kunnen volstaan, kan ik toch niet
nalaten n.a.v. hetgeen door de kapiteins Blankemeijer en Hoorweg
hierboven is gezegd, nog het e.e.a. naar voren te brengen.
Kapitein B. gaat uit van het standpunt dat de bergartillerie
in haar huidige organisatie een onvoldoende tactische beweeglijk
heid bezit. Kapitein H. onderschrijft deze meening. M.i. is e.e.a.
echter minder een gevolg van de organisatie van de bergartillerie
dan wel van het gebruik dat wij, noodgedwongen, van haar moeten
maken. Wanneer wij door verschillende omstandigheden genood
zaakt zijn, ons berggeschut in te zetten in terreinen en bij acties,
waar wij liever de beschikking zouden hebben gehad over veld
geschut, dan spreekt het vanzelf dat zich bij het gebruik van
hiervoor door zijn organisatie minder geëigende artillerie moei
lijkheden zullen voordoen.
Kapitein B. tracht in zijn artikel in het Maart-nummer deze
moeilijkheid op te lossen door de bestaande afdeelingen berg
artillerie geheel te motoriseeren. Met de door hem voorgestelde
organisatie komt hij dan tot een zeer maniabele lichte motor
artillerie, welker capaciteiten ongeveer overeenkomen met die
van den Amerikaanschen 7.5 cm veldhouwitser. Echter, hij geeft
dit zelf in zijn artikel reeds toe, de benaming „bergartillerie" kan
voor dit geschut gevoeglijk vervallen.
Immers, zooals ik reeds eerder trachtte aan te toonen, zoodra
wij de buitengewone beweeglijkheid, verkregen door de in draag
lasten verdeelbare kanonnen, prijs geven, is het speciale karakter
van de bergartillerie verdwenen. Ik zou zelfs willen zeggen, het
begrip „gemotoriseerde bergartillerie" is een contradictio in
terminis.
Kapitein H. tracht in de door hem voorgestelde oplossing, het
in lasten verdeelde kanon te behouden. Ik blijf echter bij mijn
reeds eerder uitgesproken meening dat deze oplossing technisch,
zoo zij niet onuitvoerbaar is, dan toch zeer groote moeilijkheden
zal meebrengen.
796