z.g. Loire-leger wist niet alleen Orleans op de Duitschers te her
overen, doch ook verscheidene veldslagen te winnen, o.a. bij
Coulmiers en Vendome. Het uiteindelijk verliezen van den oorlog
mag te wijten zijn geweest aan de superioriteit der Duitschers en
het falen van de Fransche militaire leiders, doch zeker niet aan
Gambetta, die in de Nationale Vergadering tot het laatst tegen
den voorloopigen vrede van Versailles stemde.
Moltke meldde vijf dagen na de overgave van Metz, waarbij
het scheen, dat Frankrijk reeds geheel op de knieën lag „Wij
moeten recht laten wedervaren aan de geweldige hulpbronnen
van dit land en de vaderlandsliefde zijner bewoners. Nadat
Frankrijk zijn geheele weermacht in krijgsgevangenschap moest
zien, wist het in korten tijd een nieuw leger te organiseeren, dat
grooter en sterker blijkt te zijn dan het eerste, en dat thans
onze volle aandacht vraagt".
In 1874 schreef de chef van Moltke's staf, Von der Goltz, in
het Pruisisch Jaarboek „Gambetta heeft blijk gegeven van de
schitterendste gaven als organisator. In enkele weken heeft hij
alle politieke partijen weten te vereenigen, een levée en masse
doen samenstellen, en door zijn bijzondere energie alle krachten
laten mobiliseeren met één doel voor oogen Parijs en Frankrijk
te redden Het massale leger, dat hij volledig uitgerust en ge
wapend uit den grond heeft weten te stampen, spreekt boekdee-
len voor zijn genialiteit. Indien Duitschland eens een neder
laag zou moeten ondergaan, gelijk Frankrijk bij Sedan heeft ge
leden, hoop ik, dat wij over een man als Gambetta zullen beschik
ken om den geest van weerstand zoo energiek tot het uiterste te
doen opvoeren dit zou onze eenige kans zijn op herstel"
De mooiste waardeering echter van de Fransche geestkracht,
zooals zij in 1870 tot uiting kwam, doch welke ook thans nog onder
het overgroote deel van dit volk leeft, en duidelijker dan ooit
tot uiting zal komen op den dag der herrijzenis, der wederge
boorte, van de Renaissance, valt te lezen in de critische beschou
wingen van Hitler's voorganger Hindenburg, een der grootste
kenners van Frankrijk's krijgsgeschiedenis, en een warm bewon
deraar van het Fransche volkskarakter. Eenige weken na den
slag bij Sedan (September 1870) schreef hij over Gambetta's
scherpzinnigheid „Volgens mijn meening is het feit, dat het
Fransche volk de wapens weer opnam' toen het Keizerrijk ge
dwongen was, ze neer te leggen, niet alleen een bewijs van den
meest idealen vaderlandslievenden geest, doch tevens van een
juist vooruitzienden blik van den staatsman Gambetta. Ik ben
en blijf ervan overtuigd, dat indien Frankrijk met een totale
vernietiging voor oogen, toenmaals zijn weerstand had opgegeven,
het tevens het grootste deel van zijn nationale erfenis, en hier
mede zijn kansen op een schoonere toekomst volkomen en voor
zeer langen tijd zou zijn kwijtgeraakt".
802