819 de smalle pad van militaire theorie te bewegen. Clausewitz wees de gedachte af, dat er een handige methode bestaat van ontwapening en vernietiging van den vijand zonder groot bloedvergieten en dat dit de doelstelling is van de kunst van oorlogvoeren. Hij wees dit af als een idee, geboren uit de verbeel ding van „philantropen". Het resultaat van zijn leer, toegepast door onna denkende discipelen, was, dat de generaals ertoe werden gedreven, den strijd bij de eerste gelegenheid te zoeken, instede van de beste gelegenheid te scheppen. Op deze wijze werd de oorlog van 1914 tot 1918 teruggebracht tot het peil van wederzijdsche massa-slachting. Wat ook de beperkingen van zijn visie mogen zijn, Hitier heeft zich ver buiten de Clausewitsche enge begrenzingen weten te bewegen. Rauschning haalt immers van hem aan „de menschen hebben elkaar slechts gedood, wanneer zij hun doel niet op andere wijzen konden bereiken Er is een breedere strategie met intellectueele wapenswaarom zou ik den vijand met militaire middelen demoraliseeren, als ik dat beter en goedkooper op andere wijzen kan doen De mate waarin Hitier een nieuwe richting en wijdere beteekenis aan de Duitsche oorlogsdoctrine heeft gegeven, kan het best worden getoetst door een vergelijking van zijn theorie en practijk met die van Ludendorff den be stuurder van de Duitsche oorlogsmachine in den vorigen oorlog en Hitler's vennoot in de in 1923 mislukte samenzwering om de macht in Duitschland door een marsch naar Berlijn te veroveren. Ludendorff's beeld van de wijze, waarop de komende oorlog zich zou ont wikkelen, was slechts een versterkte herhaling van de offensieven, die hij in 1918 had geleid en die misschien schitterend van opzet, maar fantasieloos van uitvoering waren. Voor hem was het offensief nog .steeds het gevecht, waarin de infanterie werd vooruit geholpen door artillerie, mitrailleurs, mortieren en vechtwagens tot zij „den vijand overweldigt in een gevecht van man tegen man". Alle bewegingen moesten leiden naar den slag en mechanisatie zou slechts den opmarsch naar het slagveld versnellen. Hij toonde geen duidelijk begrip te hebben (en zal het waarschijnlijk ook inderdaad niet hebben gehad) van het verband tusschen de verschillende elementen van de oorlogvoering. Hoewel Ludendorff en Hitier veel gemeen hebben wat betreft hun opvat tingen van ras, staat, het „recht" van het Duitsche volk tot overheerschen, toch verschillen zij minstens even veel, in het bijzonder wat betreft de te volgen methodes. Terwijl Ludendorff den ongerijmden eisch stelde, dat de strategie de bui- tenlandsche politiek zal bepalen hetgeen gelijk staat met de verwachting dat een werktuig zijn taak zal kunnen kiezen loste Hitier het probleem op door de twee functies in één persoon te vereenigen. Dit gaf hem dezelfde voordeelen waarvan een Alexander en een Caesar in de oude wereld, een Frederik de Groote en een Napoleon in een later tijdperk hebben geprofi teerd. Gelijktijdig heeft hij echter al vroeg een open oog getoond voor een beginsel, dat de soldaat uiteraard doorgaans minder gemakkelijk aanvaardt, n.l. dat het militaire wapen slechts één der werktuigen is, die dienstbaar kunnen worden gemaakt aan de doelstellingen van den oorlog, dat het slechts één der gereedschappen is, die zich bevinden in de instrumententasch van den strateeg van grooten stijl. Instede van den nadruk te leggen op één van die middelen die elk op zichzelf door den loop der gebeurtenissen betrekkelijk gemakkelijk waar deloos zouden kunnen worden gemaakt doet men verstandiger, de middelen te kiezen en te combineeren, die het geschiktst en het krachtigst zijn en de minste krachtsinspanning vereischen, de middelen, die den wil van den te genstander kunnen onderwerpen met de geringste oorlogskosten en een mi nimale schade aan de objecten, die men na den oorlog wenscht te bezitten. Want de beslissende overwinning is voor een land, dat ten koste daarvan is doodgebloed, practisch waardeloos.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 77