832 in China een ervaring opgedaan, die van hen werkelijk goede vliegers heeft gemaakt. Hun verrichtingen daar hebben al degenen, die ze aanschouwden, ervan overtuigd. In den zomer van 1938 bijv. voerde een Japansch toestel een raid uit, die zijn gelijke waarschijnlijk nog nergens heeft gevonden. Op groote hoogte den motor afzettend, gleed de vlieger door laaghangende wolkenhij landde op het toen Ch. vliegveld te Nanchang (Kiangsi)De bemanning klom uit het toestel, zette drie dichtbij staande Ch. vliegtuigen in. brand, snelde terug en startte weder. Uit de lucht bevuurde zij met haar mitrailleurs nog twee toestellen en een hangar alvorens dekking te zoeken in de wolken. De Ch. waren zoo verrast, dat zij het vuur niet openden voordat de vijand in den mist was verdwenen. In de eerste 44 maanden van den strijd (het artikel is in April gepubliceerd) hebben verschillende vliegers van leger en vloot „hara-kiri-duiken" uit gevoerd. Wanneer een J. bw. in den strijd of door ld.art. zwaar is beschadigd, werpt de vlieger zijn bommen niet in het wilde af om er daarna vandoor te gaan. Het zou een schande zijn, met een zwaar beschadigde machine op zijn basis terug te keeren. Er uit springen en krijgsgevangene worden van de Ch. is heelemaal ondenkbaar. In de meeste gevallen dook het toestel mèt al zijn bommen op het dichtsbijzijnde Ch. doel, een brug, kampement, grt.Stelling (S. vergeet hier te vermelden, dat de bommen dan natuurlijk niet geactiveerd zijn. Niettemin is de kans groot, dat zij tot ontploffing komen in den brand, die als regel op de crash van het toestel volgt.) Thans zijn niet alleen het vliegen en bommenwerpen der J. veel en veel beter dan in 1937, maar ook de bouw van toestellen is veel verbeterd. Toen J. zich in September 1939 aansloot bij de as, beschikte het over 400 bruikbare toestellen. Sindsdien heeft het per maand 250 vliegtuigen vervaardigd (dat is vrij veel!), zoodat het rekening houdend met verliezen door ongevallen en in China, thans (April '41 dus) moet beschikken over een 5000 toestellen. Het vorige jaar Sept. stonden op het vasteland, in China en Mandsjoerije 1380 legervliegtuigen per 12 ingedeeld bij 115 escadrilles, waarvan 40 jagers, 28 lt. bws., 22 zw. bws. en 25 voor vk. en wg. Op vliegdekschepen en in bases beschikte de Marine over 122 escadrilles van 12 toestellen, te zamen derhalve 1464. Deze macht bestond uit 42 jager-, 32 lt.bw.-, 23 zw. bw.- en 25 vk.- en wg.-escadrilles. Met de 60 marinevliegtuigen in Port Arthur een totaal van'tegen de 2900 toestellen. Van de resteerende 1100 waren er 200 op Sachalin, 200 verspreid over de mandaat-eilanden en 700 in eigenlijk Japan. Drie jaren lang geleden hebben de J. vliegtuigfabrieken te kampen gehad met gebrek aan technisch onderrichte werklieden. Enkele groote fabrieken hebben scholen opgericht en Am. productie-methoden overgenomen. Des kundigen betwijfelen echter, of J. in staat is tenzij dan op den langen duur de aanvulling met technisch personeel in noemenswaardige mate uit te breiden. De aankomst van D. deskundigen vormt evenwel een nieuwen factor. Deze Nazi's zullen vermoedelijk wèl de productie wat kunnen versnellen, maar niét den geest kunnen verbeteren. Hun critiek is vaak tactloos, hun ongeduld over Oostersche opvattingen zelfs nauwelijks verborgen. Met hen kwam een groot aantal D. vliegers in Japan aan. Zij zijn echter niet bestemd om de J. te leeren vliegen, doch om les te geven in de techniek van de bliksem-oorlogvoering. De D. hadden modellen en gegevens omtrent de nieuwste vliegtuigmotoren bij zich, waarmede zij het toch reeds groote aantal in J. nagebouwde motoren hebben vergroot. Voor Sept. '39 vervaardigde J. nml. reeds (in licentie) motoren naar het model van de Rolls Royce, Hispano Suiza, Lorraine, Bristol i en Armstrong-Sideley. De max. snelheid van de J. toestellen bedroeg vóór de komst van de D. 515 km/u. Het Ch. D.v.O. beweert, dat in Jan. tijdens een aanval in Szechuan neergeschoten J. toestellen waren uitgerust met een (D.) soort Diesel-motor. Zulke motoren zullen slechts geschikt zijn voor

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 90