835
Dit bedoelt de Regeering ook, wanneer Zij een millioenenleger zou
wenschen, maar Zij wenscht zulk een leger juist niet, omdat millioenen
soldaten naast de zooeven genoemde 1000 vliegtuigen en 4 slagkruisers geen
volledig uitgeruste weermacht zouden vormen. Die volledige uitrusting zou
eenige tienduizenden vliegtuigen eischen en dan zij nog gezwegen over de
slagschepen, vechtwagens en kanonnen en over de enorme munitie- en andere
voorraden.
Zelfs de heer Soangkoepon zal overtuigd zijn dat een zoodanige macht ver
boven de behoefte uitgaat. Als hij dan, zooals hij heeft verklaard, ook inziet,
dat de weermacht, die men wèl noodig heeft, volledig uitgerust en
georganiseerd behoort te zijn, dan zal de geachte spreker tot de conclusie
moeten komen dat hij van het millioen soldaten zal moeten afstappen en
zelfs ver daar beneden zal moeten blijven. Dit impliceert weer, dat toe
passing van den dienstplicht op alle weerbare mannen niet in overeen
stemming zou zijn met de behoefte, zoodat beperking van den dienstplicht
tot de werkelijk noodige aantallen juist moet worden geacht.
Dat, zooals o.a. het geachte lid, de heer Iskandar Dinata heeft opgemerkt,
van Indonesische zijde steeds op invoering van algemeenen .dienstplicht zou
zijn aangedrongen en dat de heer Muhammad Yamin aan de wereld een
gewapend volk wil toonen, doet aan de zooeven te berde gebrachte motieven
tegen een millioenenleger niets af. Wanneer deze geachte sprekers ten aanzien
van de volledige uitrusting van een millioenenleger dezelfde denkbeelden
koesteren als de heer Soangkoepon en de Regeering, dan zijn die denkbeelden
op de ontvouwde gronden niet voor verwezenlijking vatbaar. Zouden zij ter
wille van de algemeene toepassing van den dienstplicht willen volstaan met
een onvolledige uitrusting en bewapening, dan zouden zij hun doel, een
succesvolle verdediging van Nederlandsch-Indië, zeker niet bereiken, terwijl
ook de preventieve werking van zulk een onvoldoend bewapend massaleger
veel geringer zal zijn dan .die van een minder groote, doch uitstekend
uitgeruste weermacht.
Moet dus de beperking van den dienstplicht als opzet juist worden geacht,
de mate van beperking is uiteraard aan verandering onderhevig, omdat ook,
zooals de huidige oorlog leert, met de tijden de behoeften zich wijzigen.
Welnu, het voorliggende ontwerp stelt geen enkele grens aan de grootte
der jaarlijks op te roepen contingenten het laat uitbreiding zoowel als
inkrimping toe, al naar gelang van de behoefte, het laat zelfs de algemeene
toepassing van den dienstplicht toe.
De Regeering meent dan ook dat de voorstanders van die algemeene
toepassing geen principieele bezwaren tegen het voorliggend ontwerp kunnen
hebben. Zij behoeven ook niet te vreezen, dat de Volksraad geen invloed kan
uitoefenen op uitbreiding of inkrimping van het aantal dienstplichtigen.
Immers, de grootte van het jaarlijks op te roepen contingent komt tot
uitdrukking in de voor dat doel aan te vragen credieten op de begrooting
van oorlog en marine. Dit wat de numerieke bejoerking van den dienstplicht
betreft.
Nauw verband met de numerieke beperking der militie voor onderdanen-
niet-Nederlanders houdt de voorloopige geografische, eigenlijk geografisch-
strategische beperking tot Java en Madoera, Ambon en Manado. De
voornaamste factor is de behoefte, de tweede factor de grens van de
opleidingscapaciteit en van de wapen-voorziening.
Het geachte lid Soangkoepon begrijpt niet, waarom de behoefte aan
versterking van mankracht op Java bestaat en niet op Sumatra. Hoewel het
wel niet mogelijk zal zijn, den geachten spreker in enkele zinnen volledige
opheldering op dit strategisch terrein te verschaffen, moge toch worden
getracht, zijn inzicht te verruimen, vooral ook, omdat de heer Soankoepon
de veronderstelling heeft geuit, dat er uitsluitend aan de verdediging van
Java wordt gedacht en niet aan die van Sumatra. Deze veronderstelling is
ten eenenmale onjuist. Niet alleen Java, Ambon en Manado zullen worden
verdedigd, maar geheel Nederlandsch-Indië.