963 De regeering handhaaft deze meening ten volle en de oorlogservaringen hebben bewezen, dat deze meening juist is. Zoowel de wijze van ageeren tijdens patrouilleeren en convoyeeren als de geleverde zeeslagen (Matapan, „Bismarck") bewijzen, hoe schip en vliegtuig elkaar aanvullen en te za- men het grootste rendement geven. De instandhouding der geallieerde scheepvaart op den Atlantischen Oce aan, onmisbare voorwaarde om Engeland van al het noodige om den oorlog te winnen te voorzien, bewijst niettegenstaande overmijdelijk zware verliezen dat de actie der Duitsche onderzeebooten en vliegtuigen, wel ke, nu de Europeesehe vastelandskusten in vijandelijke handen zijn, onder heel wat gunstiger omstandigheden dan tijdens den vorigen oorlog plaats kan vinden, niet in staat is deze scheepvaart op afdoende wijze te verlam men. Hoe anders zou de toestand zijn, indien Duitschland over een mach tige slagvloot beschikte Anderzijds waarom heeft Engeland een belang rijk deel van zijn slagvloot in den Atlantischen Oceaan noodig om de scheepvaart te berschermen Niet om onderzeebooten en vliegtuigen te bestrijden, daarvoor is ander materieel nocdig en ook meer geschikt, maar wèl, omdat er nog eenige machtige vijandelijke bovenwaterschepen ver wacht kunnen worden, welke zonder die bescherming door zware sche pen een ontzaglijk en hoogstwaarschijnlijk afdoende ravage onder die scheepvaart zouden kunnen aanrichten. Wanneer echter de heer J. A. van Helsdingen met „een eenigszins ge wijzigde waardeering van het vliegtuig" bedoelt te zeggen, dat de Marine leiding thans de aanvalskracht, op zich zelf beschouwd, van het vliegtuig tegen schepen anders dan voor den oorlog waardeert, dan kan de regee ring die meening onderschrijven. Bovendien ziet de Marine-leiding, nu zwaar materieel niet verkregen kan worden, in versterking van het lucht- wapen voorshands een middel om de aanvalskracht van de vloot te ver- hoogen. Inderdaad is gebleken, dat de aanval van vliegtuigen op schepen onder bepaalde omstandigheden groote successen heeft opgeleverd en dat deze successen zoowel tegen varende als tegen stilliggende schepen voorna melijk zijn verkregen door torpedo-vliegtuigen en duikbommenwerpers. De Marine-leiding heeft dan ook dadelijk pogingen in het werk gesteld haar luchtwapen met het meest succesvolle en het specifiek-maritieme wapen, het torpedovliegtuig, te versterken. Zoowel in Londen als hier te lande wordt met kracht gewerkt aan de verwezenlijking der aanschaf fingsmogelijkheden. Het valt echter te betreuren, dat men daarover niet al te optimistisch kan zijndit materieel toch wordt thans op het oorlogs terrein buitengewoon veel gevraagd, zoodat de geheele productie reeds is besproken en de kansen op verkrijging van dit materieel niet al te hoog moeten worden aangeslagen. Wellicht echter zullen die kansen gunstig worden beïnvloed door de grootere aandacht, welke thans door Amerika ook aan de uitrusting van de geallieerde weermachten in het Verre Oos ten wordt besteed. Door de aanschaffing van torpedovliegtuigen zal echter geen versterking worden verkregen, waardoor aan het Marine-luchtwapen een slagkracht zou worden gegeven die de slagkracht van de tot het vlootplan behoorende zware schepen zoo dicht mogelijk benadert of, beter nog, overtreft. Dit toch beschouwt de regeering aan de hand van de voorafgaande beschouwingen als onuitvoerbaarde aanvalskracht van slagkruisers berust op de artil- leristische kracht dier schepen, waardoor een tegenstander tot den inzet van zijn zwaarste machtsmiddelen, te weten zijn slagschepen, wordt ge dwongen. Vliegtuigen, hoe groot ook in aantal, zouden hem weliswaar meer of minder groote verhezen kunnen berokkenen, doch hem overigens slechts dwingen tot een bestrijding, welke met het inzetten van licht ma terieel uitvoerbaar is en niet vordert, ja zelfs niet wenschelijk maakt, dat zwaar materieel wordt aangetrokken. En van dit lichte materieel bezit iedere groote zeemogendheid een groot aantal eenheden. Toekenning van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 104