967 van zijn legers die hem in staat stelden een primitieve strategie telkens weer te herhalen en er succes mede te boeken. Van het oogenblik echter, dat hij anderen moest inschakelen, liep het mis. Italië bleek een fiasco en als Mus solini buldert over de zege der Italiaansche wapenen, dan is dat omdat het altijd Duitschland is geweest, dat hem te hulp kwam als hij reeds ver slagen was. In Irak, waar Hitier de hulp van Rashid Ali noodig had om een staatsgreep te voltrekken, leed hij een volslagen échec en moest hij de meerderheid van Engeland erkennen. Ten aanzien van Rusland liep het heelemaal mis. Hitier wist, dat hij eens met Stalin in de doodelijke worsteling zou geraken van dit oogenblik. Maar hij heeft dit risico eerder moeten aanvaarden dan hij heeft gewildzijn plan tot wereldverovering was erop gebaseerd, Rusland tot het laatste te bewaren en eerst met zijn „vriend" en „bondgenoot" in Moskou een doodelijken aanval op het Britsche imperium te ondernemen. Het zal interessant zijn als er later, na dezen oorlog, iets bekend wordt van het werk van den Britschen ambassadeur te Moskou, Sir Stafford Cripps, want het staat wel vast, dat dit van een zoodanig gehalte is geweest, dat in de werkkamer van den Britschen ambassadeur in Moskou de grondslagen zijn gelegd voor Hitler's nederlaag. Tot welken prijs zal de geschiedenis later leeren en waarschijnlijk zullen wij ondervinden, dat hij hoog zal zijn, maar hij is het waard geweest, zooals de feiten van den dag bewijzen. Ongetwijfeld zullen de mémoires van Sir Stafford belangrijker zijn dan die van zijn collega te Berlijn, Sir Neville Henderson, want zijn zending is niet mislukt Ook in Iran heeft Hitier gefaald. En evenzeer in Engeland zelf, waar hij het vorige jaar niet zijn gecom bineerde methode van de „Blitzkrieg" kon uitvoeren, met het gelijktijdig terroriseeren van de burgerbevolking, doch zich tot de laatste methode moest bepalen, omdat Engeland's luchtmacht den ongelijken strijd in de lucht, welke aan een invasie moest vooraf gaan, tot een glorierijke overwinning over de „Luftwaffe" bracht. Eind Juni heeft Hitier tegen de adviezen van de weinigen in, die hij als raadgever accepteerde, den strijd tegen Rusland aangebonden, omdat Moskou hem in zijn plannen niet langer wilde volgen en zelf heeft hij daarmede het touw in beweging gesteld, waarmede eens zijn doodsklok zal worden geluid. Toen op dien Zondagochtend het bevel was gegeven aan de Duitsche troepen, de Russische grenzen te overschrijden, hebben wij vastgesteld, dat alles ervan zou afhangen hoe de eerste stoot door de Russen zou worden opgevangen en of zij de Duitschers lang genoeg zouden kunnen tegenhouden om hun reserves in het veld te brengen en te organiseeren. Een doorbraak in die eerste weken zou het lot van Rusland hebben beze geld als het lot van West Europa en Hitier moet er vast op hebben gerekend, dat zulks hem zou gelukken. Zijn adviseurs zullen hem hebben gewaarschuwd, dat het welslagen van dit „blitz" plan niet zoo zeker was en dat bij het falen ervan een uiterst gevaarlijke positie zou ontstaan. Zij hebben gelijk gekregen en hoewel er zeker nog altijd rekening moet worden gehouden met het feit, dat hij ten slotte toch zijn doel zal bereiken en op eenige punten zal kunnen doorbreken, zal hij daarna dermate verzwakt zijn, dat het met de stootkracht van het Duitsche leger gedaan is, mits dit geen rust wordt gelaten. Hitier ziet zijn plannen falen door de organisatie van de Russische reserves aan mankracht. Op het Westfront, in Griekenland en op Kreta heeft hij vrij gemakkelijk spel gehad. Met zijn overmacht betrok hij daar onmiddellijk de geheele strijd kracht, die tegenover hem stond, in het gevecht, met al haar reserves. En hij dwong zijn tegenstanders tot een afmattenden strijd, die den soldaten dagen en nachten achtereen geen rust liet, tot zij ten slotte zoo doodelijk vermoeid waren, dat zij niet meer verder konden. Terwijl hij zelf altijd maar weer nieuwe troepen in den strijd kon werpen, die, goed toegerust en vol komen frisch, betrekkelijk gemakkelijk spel hadden met de opgejaagde en afgematte tegenstanders.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 108