waakzaamheid verdubbelen. Het is dus zaak, den vijand onge merkt te naderen en te bespieden, hetgeen beteekent le. volkomen gedekt blijven tegen zicht van den vijand, 2e. in beginsel nooit vechten. Komt men een vijandelijke pa trouille tegen, dan trachte men hem ongemerkt te ontslui pen, ook al is deze vijandelijke patrouille geringer in sterkte. b. De commandant van een verkenningspatrouille moet zijn op dracht goed hebben begrepen. Het kan zijn, dat hij een zuiver verkennende taak heeft, waarbij het verzamelen van gegevens uitsluitend doel is. In dit geval mag hij zich beslist niet verraden door het afgeven van waarschuwingsschoten. Bijvoorbeeld Op dracht „Ga na, of in kampong A. vijand zit. Zoo ja, probeer te weten te komen, wat voor soort troepen, hun bewapening, sterkte en samenstelling, en wat ze daar doen". Wanneer nu de patrouillecommandant op weg naar kpg. A. plot seling langs den weg een vijandelijke pantserauto in de richting van de eigen troepen ziet rijden en hij vuurt een aantal waarschu wingsschoten af, dan is tevens de vijand van zijn aanwezigheid op de hoogte gebracht, en heeft hij weinig kans meer, zijn opdracht met volledig succes te kunnen uitvoeren. Hij kan het waarschuwen dan ook beter overlaten aan eventueel in het terrein aanwezige andere verkenningspatrouilles en de beveiligende afdeelingen. Verkenningspatrouilles, die tevens een waarschuwende taak hebben, zooals de door het voorpostendetachement uitgezonden patrouilles van 3 man, de verkenners van een sectie en zij patrouil les tijdens de marschbeveiliging, schieten daarentegen wel ter waarschuwing, indien de mate van bedreiging door den vijand dit noodig maakt en de berichtgeving niet op andere wijze kan plaats vinden. c. De patrouille mag zich nimmer in overzichtelijk terrein be geven. Als vaste regel moet gelden, dat men zich verplaatst door gedekt terrein, en zooveel mogelijk waarneemt over open terrein. Dit houdt tevens in, dat terreinen, welke zonder meer kunnen wordlen doortrokken, altijd worden doorloopen in de colonne met eenen. Want de patrouillecommandant kan in dit geval steeds „neen" antwoorden op de zichzelf te stellen vraag „Kan ik uit de een of andere richting vuur ontvangen Kampongs zijn immer min of meer gevaarlijk voor de patrouil les. Tenzij de opdracht een patrouille noodzaakt, zich in een kam pong op te houden, mag van het gedekte kampongterrein slechts dan gebruik worden gemaakt, indien elders geen gezichtsdekking is te verkrijgen. d. Hoe verkent men een kampong of bedekt terreindeel Men nadere het te verkennen object zoo dicht mogelijk. Vervolgens bedenke men, dat indien er zich een vijand in bevindt, het vanzelf spreekt dat hij ter eigen beveiliging posten heeft uitgezet. Deze posten staan daar, waar zij het terrein rondom het object zoo goed 871

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 10