schijnen, terwijl daarnaast vele, tot nu toe nog nimmer opge
worpen problemen de aandacht zijn komen vragen, ons voor de
onverbiddelijke en urgente noodzaak stellend, op korten termijn
die organisatorische maatregelen te treffen, welke de moderne,
gemechaniseerde oorlogvoering vereischt. In groote trekken komt
de in de gigantische Europeesche volkerenworsteling gedemon
streerde aanvalswijze hierop neer, dat de aanvaller door een ruim
gebruik van gemotoriseerde en gemechaniseerde strijdmiddelen,
alsmede van groote aantallen valschermtroepen c.q. luchtinfan-
terie, onder dekking van zijn luchtstrijdkrachten tracht zoo snel
mogelijk door te stooten naar vitale objecten in het achterland
van den verdediger, ten einde met deze punten in zijn bezit,
iederen georganiseerden tegenstand uit te schakelen.
Met het oog op bovengenoemde strijdwijze is de verdediger
thans, veel meer dan voorheen het geval was, gedwongen, ernstige
aandacht te besteden aan de verdediging en bescherming op
andere wijze van voor de oorlogvoering belangrijke objecten in
het achterland, terwijl de snelheid, waarmede vijandelijke ge
motoriseerde en gemechaniseerde verbanden kunnen optreden,
dwingen tot een aanmerkelijke hergroepeering en uitbreiding der
defensieve strijdkrachten, zulks met het doel om naast een even-
tueele hoofdactie, tijdig en op vele plaatsen tegelijkertijd den
noodigen tegenstand te kunnen ontwikkelen tegen horizontaal
en verticaal in het achterland doorgedrongen vijandelijke
elementen.
Niemand zal voorts met hêt noodlot voor oogen, dat het moeder
land in de rampzalige Mei-dagen van het jaar 1940 heeft getrof
fen, nog kunnen volhouden, dat de oorlog van onzen tijd een
aan bepaalde internationale wetten gebonden krachtmeting is
tusschen behoorlijk erkende en herkenbare strijdmachten, dat
er een grens bestaat tusschen wat men toelaatbaar acht en wat
niet, dat men de levens van non-combattanten respecteert of ook
maar, zooveel de omstandigheden zulks toelaten, ontziet. Inte
gendeel, de meedoogenlooze luchtbombardementen waardoor de
hedendaagsche oorlog zich onderscheidt, de systematische en wel
overwogen vernietiging van een groot deel der steden Warschau,
Rotterdam, Belgrado, Canea en niet in de laatste plaats Londen,
zijn er even zooveel bewijzen voor, dat internationale moraal in
ons tijdsgewricht niet veel meer is dan een dood begrip, dat een
op beschaving aanspraak makend deel der menschheid zich tot
alles gerechtigd acht, wanneer het slechts kan dienen ter ver
wezenlijking van zijn duistere doelstellingen. Het „inter arma
silent leges" der oude Romeinen is ondanks 20 eeuwen bescha
vingswerk in den modernen gemechaniseerden oorlog zooals de
asgenooten dien voeren, meer dan ooit tot verschrikkelijke en
menschonteerende werkelijkheid geworden. De beginselen van
Ludendorffs „totalen oorlog" hebben het grondig gewonnen van
876