4. DE UITWERKING VAN PROJECTIELEN (I)
door
J. T. G. VAN BOLDRIK,
Majoor der Artillerie.
INLEIDING.
Teneinde tegemoet te komen aan een steeds sterker gevoelde
behoefte aan een helder en duidelijk inzicht in de uitwerking van
het projectiel, zijn de volgende bladzijden opgesteld. Aangezien te
oordeelen naar de vaak zeer uiteenloopende meeningen betreffende
onderwerpelijke materie, onze voorschriften wellicht aan duide
lijkheid te wenschen overlaten, moge dit opstel er toe bijdragen
meer klaarheid te verschaffen in een onderwerp, dat voor de artil
lerie van zoo bijzonder belang is.
Het is vooral voor ons artilleristen noodzakelijk, te weten wat
ons projectiel vermag, ons een duidelijk en klaar beeld te schep
pen van het vermogen van ons kanon en, wanneer wij eenmaal
zoover zijn, dan te kunnen woekeren met deze wetenschap ten
einde de zich voordoende omstandigheden tot het uiterste uit te
buiten ten einde een zoo werkzaam mogelijk vuur te kunnen
afgeven.
Daar het zwaartepunt van de schietopleiding vroeger vooral
werd gelegd op de techniek van het inschieten, en het uitwer-
kingsvuur wel wat stiefmoederlijk werd bedeeld, is het een ver
blijdend verschijnsel dat de aandacht thans meer en meer ook
op dit laatste onderdeel wordt gevestigd. De in de eerste regelen
vermelde behoefte is dan ook alleszins verklaarbaar.
De stof is behandeld in drie hoofdstukken, waarin achtereen
volgens de scherfprojectielen, en de granaatkartets in beschouwing
zijn genomendaarop volgt een slotbeschouwing.
Bij de behandeling van de granaatkartets is een nieuwe weg
ingeslagen om te komen tot een berekening van de meest ge-
wenschte springhoogte. Reeds eerder werd een dergelijke bere
kening gegeven, nml. in 1924 door Rohne in de Artilleristische
Monatshefte. De daar vermelde berekening is echter veel bewer
kelijker, is meer een indirecte werkwijze terwijl de hier gevolgde
methode direct tot een resultaat voert. De met beide methoden
verkregen uitkomsten zijn, althans voor het veldgeschut, ge
lijk. Nog een groot voordeel van de thans gevolgde methode is,
dat zij leidt tot practische resultaten, nl. tot een berekening van het
887