aantal benoodigde granaatkartetsen om een zekere terreinstrook
met een bepaalde kogeldichtheid te overdekken. Het begrip „be
streken oppervlak" volgens Rohne is weliswaar juister en zui
verder, doch het vereischt een diepgaande studie om de practische
waarde van dat begrip te kunnen beoordeelen. Van den troep
kan zulks niet worden gevergd. Het begrip van de bestreken
oppervlakte, hetwelk in navolgende bladzijden zal worden gehul
digd, is veel eenvoudiger en voor de practijk beter geëigend.
Tenslotte is in het lilde hoofdstuk uiteengezet, op welke wijze
de beste resultaten van het uitwerkingsvuur kunnen worden ver
kregen. Men zal zien hoe hier een nieuw beginsel, bij gebrek
aan beter „puntvuur" genoemd, naar voren wordt geschoven, hoe
geheel wordt gebroken met de tot nu toe gevolgde wijze van
verdeeling van de richtlijnen, en hoe uiteindelijk eenige alge-
meene regels worden gegeven voor het afgeven van het uitwer
kingsvuur.
Ten einde het toch al ingewikkelde relaas aan duidelijkheid
te doen winnen, zijn in de beschouwing zelf wiskundige aflei
dingen van formules zooveel mogelijk vermedenzij zijn in kleine
letter in den tekst opgenomen.
Moge dit opstel er aanleiding toe zijn, dat velen hun ge
dachten over het aangeroerde onderwerp laten gaan en dat zulks
dan moge leiden tot een effectiever schieten van onze artillerie.
HOOFDSTUK I.
SCHERFPROJECTIELEN.
1. ALGEMEEN.
A- Het in rust springend projectiel.
De scherven van een in rust springend projectiel bevinden
zich in vrij scherp van elkander te onderscheiden bundels (fig. 1)
1. De kopscherven. Deze scherven verspreiden zich in een
ruimte, welke ontstaat door wenteling van CDS om de as AB.
Aangezien zij bij het treffen dadelijk in den grond slaan en
dus voor de uitwerking van geen belang zijn, zullen zij ver
der buiten beschouwing worden gelaten.
2. De bodemscherven, die zich verspreiden in een ruimte, welke
ontstaat door wenteling van SEF om de as AB.
Ook deze scherven zijn voor de uitwerking van minder
belang, weshalve ook zij bij deze algemeene beschouwing niet
nader zullen worden besproken.
3. De zijscherven, zich verspreidend in een ruimte, welke ont
staat door wenteling van SGI om de as AB.
Het zijn deze scherven, welke voornamelijk de uitwerking
van de granaat bepalen.
888