Wordt nu door het springpunt S (fig. 1) een vlak gebracht
(CKLFMN)dan is onder bestreken oppervlak te verstaan de som
van de oppervlakken der doorsneden van dit vlak met de door
de verschillende schervenbundels gevormde ruimten (In fig. 1
gearceerd aangegeven).
Fig1
B. De invloed van de eindsnelheid op het bestreken oppervlak.
In figuur 2 is met een volle lijn aangegeven het bestreken
oppervlak en met een gestreepte lijn dat oppervlak, indien het
projectiel een eindsnelheid Ve bezat.
Het valt reeds dadelijk op dat het bestreken oppervlak der
zijscherven slechts een vormverandering ondergaat, doch wat
betreft de grootte niet verandert. Worden kop- en bodemscherven
buiten beschouwing gelaten, dan mag dus als algemeene regel
worden aangenomen
Bij een invalshoek van 0° wordt de grootte van het bestreken
oppervlak door de eindsnelheid niet beïnvloed.
Wel verandert de hoek van de zijschervenbundel. Formules
kunnen worden afgeleid, welke het verband aangeven tusschen
de eindsnelheid en den tophoek van den zijschervenbundel.
889