gebied, welke dermate was versterkt, dat zij van zee uit onaan tastbaar werd geacht. Asmara, de hoofdplaats, ligt 120 km w. van Massawa, op een hoogte van 2400 m. De bevolking van deze plaats, welke de Italianen tot open stad hadden verklaard, bestond uit 500.000 Inheemschen en 500.000 Italianen. Agordat viel eind Januari 1941 in handen van de Britten, die onmiddellijk de vervolging inzetten en op 2 Februari aanraking verkregen met de troepen, welke de stelling van Cheren ver dedigden. Bijna twee maanden lang duurde de hevige strijd om deze stelling, welke de Italianen eveneens onneembaar achtten. Niettemin viel zij, waardoor de weg naar Massawa kwam open te liggen voor de troepen van generaal Pratt. Wij zullen het verloop van den strijd om Cheren hier in groote trekken beschrijven. Cheren had 10.000 inwoners, w.o. ongeveer 700 Italianen, en ligt op een hoogvlakte, 1000 m boven den zeespiegel. De stad is aan alle zijden omgeven door steile heuvels, waartusschen diepe kloven. Het is door een van deze, steeds nauwer wordende kloven, dat zoowel de spoor- als de rijweg, welke uit het w. naar Cheren voeren, zich naar boven werken om de stad te bereiken. Tusschen A en B (zie schets 3) volgen spoor- en rijweg een verschillend tracéde spoorbaan loopt daar langs den voet van de heuvels. Nabij B, waar de beide wegen weer samenkomen, was de rijweg door vernieling onbruikbaar gemaakt voor voertuigen. De spoor baan en de rijweg dus ook de daarin aangebrachte vernieling werden geheel beheerscht door een mede nabij B gelegen fort. De Italiaansche stelling liep in groote trekken van C naar D en van B naar F. In dit terreingedeelte zijn de heuvels wel zeer steil en hooghun toppen lagen ongeveer 700 m hooger dan de weg. Bovendien bestaan zij vrijwel geheel uit groote steenblokken, licht begroeid met doornstruiken, m.u.v. de Happy Valley, waar men 904 'here/

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 43