bewapend met handvuurwapens en uitgerust met handgranaten, flesschen gevuld met benzine en voorzien van een lont (z.g. ben- zineflesschen)vechtwagenmijnen, rookkaarsen, breekijzers en staalkabels. 2. Door het afgeven van goed gerichte schoten op den gebeur lijk uit den koepel kijkenden man en op de waarnemingsopenin gen, moeten zij in de eerste plaats trachten te bereiken dat de bemanning van den vechtwagen wordt gedwongen, den koepel indien hij geopend is te sluiten en de waarnemingsopeningen zoo klein mogelijk te maken. 3. Dit z.g. geblindeerd rijden levert in onze Indische terreinen, met de vele natuurlijke hindernissen (vooral wanneer die terreinen zooals voor de vijandelijk vechtwagens meestal het geval zal zijn onbekend, althans niet te voren verkend zijn) dusdanige moeilijkheden op, dat de snelheid daardoor belangrijk moet wor den verminderd en de vechtwagens zelfs vele malen zullen moeten halt houden om den bestuurder in staat te stellen, de geschiktste plaatsen voor het over- of doorschrijden van hindernissen vast te stellen. De alleen rijdende, dus niet in verband optredende, vecht wagens moeten onder deze omstandigheden door de vechtwagen- bestrijders worden benaderd de kansen hiertoe kunnen nog wor den vergroot door de vijandelijke vechtwagens door aangebrachte vechtwagen-hindemissen en opstellingen van pantserafweermid delen in de richting van de minder goed begaanbare terreinen te drijven. 4. M.h.o. op het door den vechtwagen af te geven vuur, zal het benaderen uit verschillende richtingen moeten geschieden door snel een sprong te maken in de richting van het voertuig wanneer men geen der vuurwapens op zich gericht ziet, en zoodra dit wèl het geval is, onmiddellijk dekking te zoeken. Intusschen zal de vechtwagen zoo mogelijk ook door niet tot de patrouilles vecht- wagens-bestrijders behoorende scherpschutters dienen te worden bevuurd, zulks ten einde de bemanning te dwingen, het voertuig geblindeerd te houden. De patrouilles treden elk in een te voren vastgesteld ressort op. 5. Zoodra men op deze wijze tot op korten afstand van den vechtwagen is gekomen, moet men trachten, hem immobiel te maken, hetzij door het treffen van een rupsband met een hand granaat, hetzij door na het voertuig tot op korten afstand, n.l. tot buiten het vuurbereik van zijn vuurwapens, te zijn genaderd het geleiden van een of beide rupsbanden onklaar te maken met gebruikmaking van breekijzers (zie lid 2 sub c hiervoor). (Een gunstige gelegenheid, een vechtwagen op laatstbedoelde wijze onklaar te maken, wordt aan vechtwagen-bestrijders, die zich in een loopgraaf of een smalle terrein-insnijding bevinden, geboden op het oogeblik dat hij deze terreinhindemissen overschrijdt.) 917

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 58