Een van de voornaamste en tevens moeilijkste opleidingspro
blemen bij de km.groep is de kwestie van de keuze van de te
gebruiken vuursoort. Alvorens hierover nader uit te weiden, willen
we eerst e.e.a. uit de betrekkelijke punten van het V.S.I. II en
G.V.I. aanhalen.
Punt 53 (5), hetwelk als een aanvulling op punt 42 (3) en (4)
is te beschouwen, wijst bovendien nog op het voordeel, verbonden
aan de opvoering van de vuursnelheid (en daarmede dus van
de kracht van het vuur) door het in snelle opeenvolging afgeven
van een serie vuursoorten.
Nemen we thans het G.V.I. ter hand. Punt 18 (7) zegt
In verband met elkander gebracht, kunnen we den inhoud
van de bovenaangehaalde punten in het volgende overzichtstaatje
samenvatten.
De keuze van de juiste vuursoort.
A. We hebben de keuze tusschen
I. Enkelvuur.
I 1. korte vuurstooten.
II. Aut. vuur. 2. lange vuurstooten.
3. snelvuur.
866
groep terrein wint, dat van de andere vuurt of op de loer ligt om
te gaan vuren op vijandelijke vuurorganen, welke die beweging
belemmeren."
V.S.I. II, punt 42. De vuursoorten zijnenkëlvuur, vuur met korte
vuurstooten, vuur met lange vuurstooten, en snelvuur.
Punt 43 (1). Met enkelvuur wordt steeds een belangrijk kleinere
en dus dichtere bundel verkregen dan bij vuren met vuurstooten,
enzEnkelvuur biedt, mits het doel eenigen tijd kwets
baar blijft, de grootste trefzekerheid met betrekkelijk gering muni-
tieverbruik.
(2) Het vuur met korte vuurstooten, 3 a 4 patronen per stoot,
is aangewezen, wanneer de doelen kortstondig zichtbaar zijn.
(3) Het vuur met lange vuurstooten, 6 a 8 patronen per stoot,
vindt toepassing op zich verplaatsende doelen, op dichte groepen,
op doelen boven 300 m, tot welke de afstand niet voldoende bekend
is, op vliegtuigen en op pantservoertuigen.
(4) Het snelvuur wordt afgegeven op doelen, welke een onmid
dellijk groot gevaar voor de eigen troepen vormen (binnendringen,
in stelling staande aut. vuurwapens en infanteriegeschut) en op
pantservoertuigen.
Punt 53 (5). Vuurstooten van meer dan 4 patronen worden alleen
afgegevenle. bij het vuur op vliegtuigen, 2e. bij het afslaan van
den stormaanval op de zeer korte afstanden, 3e. in uitzonderingsgevallen
op gesloten doelen van groote afmetingen, zooals bespanningen, ruiter-
afdeelingen a.a. Het verdient echter aanbeveling, ook dan de vuur
stooten nimmer grooter te nemen dan 8 patronen en de snelheid van
het vuur op te voeren door bekorting van den tijd tusschen die stooten.
Enkelvuur biedt, mits het doel eenigen tijd kwetsbaar blijft, enz.
Vuur met vuurstooten is aangewezen, wanneer de doelen kortstondig
zichtbaar zijn en bij ernstige bedreiging.