936 Indien de verdediger, 's vijands pantserdoorbreking ten spijt, hardnekkig doorstrijdt in de tact. zone en hierdoor 's vij. inf. scheidt van de p.tpn., worden gunstige factoren geschapen voor vernietiging van de dan geïso leerde gemech. tpn. door eigen mobiele reserves en gv.vlgn. Gnl. Obukhov, cdt. van een R. tankkorps, is van opvatting, dat de diepte van pantsercolon nes door de lange formaties hulptroepen, die de vew.eenheden volgen, hun zwakste punt vormt dat een krachtigen tegenaanval ruime kans op succes biedt. Wanneer de vewn. erin slagen, de strook van de tactische verdediging te doorbreken, kunnen zij achter het front worden vernietigd. Krachtige tegenaanvallen met voldoende middelen, zullen 's vij. formatie in wanorde brengen. De tanks dienen hierbij te worden afgesneden van de gemot. inf. gelukt dit, dan is de mogelijkheid geschapen voor uiteindelijke vernietiging van de p.tpn. Eenheden voor dezen pantserafweer moeten zich kenmerken door groote beweeglijkheid en kracht zeer veel hangt af van het juist „timen" van den inzet en de keuze van het terrein. Van groot belang is voorts de steun van gv.vlgn. bewapend met kanonnen met pantserdoorborend vermogen, en van pioniereenheden, welke in zeer ruime mate zijn uitgerust met vew.mijnen C. L. Luchtvaart. Het gebruik van het luchtwapen in den zeeoorlog (Zeemacht nr. 10, 20 Juni 1941). Luitenant ter Zee Reijnierse geeft in een rustig gesteld en objectief gehouden betoog een kort overzicht van hetgeen bij den zeeoorlog van het luchtwapen wordt verwacht en wat het bij verschillende gelegenheden in den huidigen oorlog heeft getoond te kunnen doen. In de eerste plaats wordt „Het strategisch gebruik van het luchtwapen bij oorlogvoering ter Zee" aan een beschouwing onderworpen. Dit wordt ge splitst in „Strategische verkenningen" en „Het strategisch gebruik van de offensieve kracht van het luchtwapen in den zeeoorlog". Hierbij worden de verschillende kanten besproken, welke naar gelang van de geografische bijzonderheden van de West-Europeesche wateren, de Middellandsche Zee en van den Nederlandsch-Indischen Archipel zich daarbij afteekenen. In de tweede plaats komt „De tactische samenwerking van het vliegtuig met de zeestrijdkrachten" in behandeling. In het bijzonder wordt daarbij aandacht gewijd aan het vliegkampschip. Het belang hiervan wordt aan de hand van voorbeelden, zooals de Eng. aanvallen op Taranto, den zeeslag bij Kaap Matapan en tenslotte den ondergang van de Bismarck, nader uit eengezet. Een en ander voert den schrijver tot den uitspraak „Zoo moet uit de oorlogservaring althans deze zekere conclusie getrokken worden dat de vloot het kapitale schip evenmin kan missen als het vliegkampschip. Geen bijzondere geographische omstandigheden, (altijd trouwens een wankele basis voor de samenstelling van de weermacht ter zee) kan aan dezen eisch afbreuk doen". Hoewel het ons op het oogenblik te ver zou voeren hierop nader in te gaan, mag zeker wel de veronderstelling geuit, dat velen het met deze conclusie niet zonder meer eens zullen zijn. Het artikel, dat ter lezing wordt aanbevolen, eindigt met een korte samen vatting van de verschillende organisatie-vormen van „Het maritieme lucht wapen bij de groote mogendheden". Amerika''s leger-luchtstrijdkrachten. Ter aanvulling van het vermelde op blz. 621 en 623 in I.M.T. nr. 6 ont- leenen we aan Army Day Review 1941 nog onderstaande gegevens. Het Aircorps. Half 1939 bedroeg het aantal luchtbases 83. Dit aantal is intusschen sterk uitgebreid.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 77