943 uren wachten terwijl hun luchtvaart-, vechtwagen- en infanterie-deskun digen de elementaire vragen oplosten, welk wapen in te zetten en waar. Doch gnl. Reichenau, die niet alleen de infanterie en artillerie kende, maar evengoed de vechtwagens en de Stuka's, leidde den Duitschen op- marsch met „de toppen van zijn vingers" en was steeds in staat, in onder- deelen van seconden beslissingen te nemen. Toen in België een deel van het Geallieerde front wankelde onder een infanterie-aanval, was hij onmiddellijk in staat, zijn gemechaniseerde en luchtmacht reserves met hun volle gewicht tegen het zwakke punt te wer pen. Zij braken door, sneden de Fransche aanvoerlijnen af en omsingelden het opmarcheerende Britsche leger, dat moest terugtrekken naar de slacht banken van Duinkerken. Hetzelfde gebeurde te Sedan en de Slag om Frankrijk was voorbij, door de Duitschers gewonnen, niet door massa- inzet, doch door coördinatie in de bevelvoering en volmaakte regeling. De stafofficier, die de door Halder voorgeschreven opleiding kan volgen, moet over buitengewone eigenschappen beschikken. Het Duitsche bevorde ringstelsel zorgt er echter voor, dat slechts mannen van meer dan gewoon kaliber op belangrijke posten komen, hetgeen in andere legers niet het geval is. Kundigheid is het eenige criteriumouderdom in dienst is van bijkomstig, politieke invloed in het geheel niet van belang. Van het oogenblik dat de jonge Duitscher in dienst treedt, wordt hij in het oog gehouden en bestudeerd door speciaal daarvoor aangewezen offi cieren, uitgekozen vcor hun gave, officiers-materiaal goed te onderkennen. Met een van hen deed ik eenige jaren geleden ervaring op in een opleidings kamp bij Potsdam. Aan het eind van een veld stond een sectie infanterie. Elke man moest dit veld oversteken en daarbij zoo goed mogelijk gebruik maken van natuurlijke dekking, steenen, boomen, slooten. De officier zette een streepje bij iederen man, die zich te lang bloot gaf aan een „vijande lijken" scherpschutter. Wie het kleinste aantal streepjes kreeg, werd later beloond met extra verlof. De officier wees mij iemand aan. „Ziet U hem", zeide hij. „Die man heeft hersens en hij gebruikt ze". Toen de oefening voorbij was, werd de soldaat Schmidt geroepen. De officier stelde hem eenige vragen. Wat dacht hij van zijn geweer Zouden gecamoufleerde uniformen van nut zijn bij het over steken van een veld als dit Schmidts antwoorden waren goed. Den volgen den dag werd hij aangesteld tot korporaal. Men belastte hem met de instructie van een kleine groep. Sneller dan zijn mede-korporaals leerde hij zijn mannen, het veld over te steken en handgranaten te werpen op een denkbeeldig mitrailleurnest. Na enkele we ken werd hij sergeant en twee maanden later ging hij naar de officiers opleiding. Na een jaar was hij luitenant. Dat was in 1938. Het laatste dat ik van hem hoorde, ongeveer een jaar geleden, was dat hij juist majoor was geworden en het IJzeren kruis le klas had gekregen, in het bijzonder voor de uitstekende aanvoering onder vijandelijk vuur. Schmidts geval staat niet alleen. Hij was geen ernstig Nazi, hij had geen invloedrijke vrienden. Maar hij bezat militaire kundigheid. Een anderen keer sloeg ik een geheelen dag scheidsrechters gade, die de kapiteins beoordeelden, die de een na den ander hun compagnie aanvoerden tegen een boerderij, bezet door aanzienlijke vijandelijke strijdkrachten en twee mitrailleurs. De juistheid en snelheid waarmede de compagniescom mandanten hun menschen groepeerden, de aanvalswijze die zij kozen, en de controle welke zij over den troep hadden, beslisten of zij zouden worden bevorderd of niet. Den volgenden dag zag ik genie-officieren, die op brug- slag en vechtwagen-officieren, die op de wijze van naderen tot verster kingen werden beoordeeld. Een van de laatsten stuurde zijn colonne in een terrein waarin zij, zooals zelfs een leek als ik kon zien, in puin zou worden geschoten. Ik zag de aanteekening van den scheidsrechterongeschikt voor aanvoering. Drie jaar voor het uitbreken van den oorlog zag ik het kiezen van kolo-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 84