geput terug. Een van hen vroeg mij „Hebt U wel eens zes uren in een
vechtwagen gezeten?" Neen, dat had ik niet. „Wel, doe het dan nooit", was
zijn antwoord en vijf minuten later was hij vast ingeslapen. Ik zag hem en
kele maanden later toen was hij in staat, zes uren lang op zijn plaats in
een vechtwagen te zitten.
Geen oogenblik tijd van den Duitschen soldaat wordt verknoeid. Admini
stratief werk, werk in de keuken en handenarbeid in het garnizoen worden
verricht door een burger-militair korps van mannen, die ongeschikt zijn
voor den dienst. Eiken dag doorloopt de Duitsche soldaat „normaal-oefe
ningen". Men werpt een handgranaat naar hem, die hij zoo snel mogelijk
moet oprapen en teruggooien. Hij moet oprukken door een bosch en van
zijn heup af vuren op een schijf, die plotseling op zijn weg verschijnt. Hij
moet zich in een granaattrechter kunnen werpen zonder een been te bre
ken. Hij moet leeren, door een draadversperring te kruipen zonder zijn helm
geluid te laten maken tegen de draden. „De verliezen in den vorigen oorlog,
welke een gevolg waren van onwetendheid, waren veel te hoog", zeide een
stafofficier eens tegen mij. „We zullen ze met 75% verminderen". De cijfers
uit den Slag om Frankrijk schijnen dit te bevestigen.
De Duitsche schok-troepen, die Wavell in N.Afrika terugsloegen, werden
eerst twee maanden lang geoefend in Libye, in echte woestijngebieden. En
vóór het verlaten van Duitschland had elke man een hoogtezon-behande-
ling ondergaan om zijn huid te wennen aan de Afrikaansche zon.
Deze voorbeelden van efficiency houden een ernstige waarschuwing in
voor ons D. v. O. Mogelijke krijgsverrichtingen tegen door de Duitschers
bezette bases in W.Afrika, tegen door de Duitschers beheerschte gebieden
in Latijnsch Amerika, waar Nazi-troepen kunnen worden geland met de
groote transportvliegtuigen, die nu uit de fabrieken in het Derde Rijk rol
len, zullen slechts succes hebben bij de nauwste samenwerking en oefening
van al onze wapens. De bommenwerpers zullen 's vijands luchtbases ver
nielen en de landing van onze troepen dekken, de vloot die onze transport
schepen konvooieert, de duikbommenwerpers en vechtwagens die breken
door welke versterking de Duitschers ook mogen hebben aangelegd, zij
alle moeten worden geleid door een eenhoofdig opperbevel dat de verrich
tingen van elk hunner volledig verstaat.
Menig hooggeplaatst officier op het Dep. van Oorlog of Marine kan nog
steeds niet vergeten, dat hij cavalerist is of infanterist of slagschip-man,
denkt nog steeds in termen van zijn eigen wapen alsof oorlogvoeren een
zaak is van wedijver tusschen wapens instede van een gezamenlijke krachts
inspanning van alle, nauw aaneengesloten deelen. Het is ons pantserkorps
nog steeds onmogelijk, over voldoende vliegtuigen te beschikken om de
noodzakelijke samenwerking tusschen duikbommenwerpers en vechtwagens
te beoefenen. Niettegenstaande aan het Army Air Corps thans een plaats
in den Generalen Staf is gegeven, welke gelijk is aan die van de andere
wapens, beziet menig hooggeplaatste het nog met een norsch gezicht en
zal het bij de a.s. manoeuvres waarschijnlijk een ondergeschikte rol te ver
vullen krijgen.
Het D. v. O. beschikt nu voor de officiersopleiding over de beste jonge
mannen. Daar onze jeugd intelligenter is dan de Nazi's, zouden we den toe
stand kunnen verbeteren door toepassing van het Duitsche stelsel. Wanneer
we dat nalaten, zullen we er misschien een verschrikkelijken prijs voor
hebben te betalen in bloed, zweet en tranen.
Onmiddellijk volgend op vorenstaand artikel lucht de afge
vaardigde en voor vele jaren voorzitter van de commissie van
het Huis voor legeraangelegenheden, Ross A. Collins, zijn onte
vredenheid over den in het Amerikaansche leger bestaanden toe
stand. Wij zullen zijn artikel niet op den voet volgen; daarvoor
945