952
11. UIT DEN VOLKSRAAD.
DE HOOFDBEGROOTING 1942.
A. Algemeen gedeelte.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de Regeering inzake
de defensie in eersten termijn o.m. het volgende geantwoord.
DE HARMONISCHE OPBOUW VAN DE WEERMACHT.
Ongetwijfeld is overwicht in de lucht noodzakelijk voor het doen slagen
van een invasie, dus ook voor een doeltreffenden afweer daartegen. Dat de
Regeering dit volkomen onderkent, kan blijken uit de belangrijke uitbreiding,
welke zoowel de Militaire Luchtvaart als de Marine-luchtvaardienst hebben
ondergaan.
Het zou echter niet juist zijn te meenen, dat de andere deelen der weer
macht een minder belangrijke rol in de landsverdediging zouden vervullen.
De gebeurtenissen in dezen oorlog hebben wederom bewezen, dat een har
monische samenstelling der weermacht noodzakelijk is. De heer Soedibio-
koesoemo erkende terecht de onmisbaarheid van een vloot en de Regeering
zou deze zienswijze nog willen onderstrepen door te spreken van een ,,zoo
sterk mogelijke vloot". Immers, zooals het geachte lid uit het verloop der
huidige krijgsbedrijven heeft kunnen zien, wordt het oorlogspotentieel der
Britten op peil gehouden, doordat zij met hun vloot de zee beheerschen en
daardoor den aanvoer van oorlogsmaterieel, waaronder ook een groot deel
van de zoo noodige vliegtuigen, gewaarborgd blijft. Zoo zal ook de verdedi
ging van Nederlandsch-Indië afhankelijk blijven van het openhouden der
zeeverbindingen door middel van de vloot. De Regeering blijft er dan ook
op gericht om de versterking van de weermacht op zoodanige wijze te doen
geschieden, dat deze een harmonisch geheel blijft vormen.
Het is nauwelijks noodig het geachte lid te verzekeren, dat de Regeering
alles in het werk blijft stellen om de weermacht in al haar onderdeelen zoo
hoog mogelijk en binnen den kortst mogelijken tijd op te voeren. Dit stre
ven ondervindt geen nadeeligen invloed van het standpunt, dat door de
Regeering ten aanzien van het sluiten van een defensie-leening wordt inge
nomen.
De heer Soedibiokoesoemo roerde voorts het vlcotplan aan en vroeg, of dit
plan terzijde is gelegd. De Regeering kan de verzekering geven, dat dit
plan nog ten volle de aandacht heeft, zelfs in die mate, dat naar aanleiding
van de oorlogservaring verbeteringen in het plan worden ontwikkeld, die
de waarde ervan zullen verhoogen. Bij het door de Regeering aanvaarde ur-
gentieplan-1940 is het oog steeds gericht gebleven op het vlootplan mate
rieel wordt aangeschaft, dat in dat plan past. Het is echter niet mogelijk
gebleken onder de bestaande omstandigheden te komen tot aanbouw of aan
koop van groot materieel.
AANSCHAFFING EN AANMAAK VAN OORLOGSMATERIAAL.
De heer Soedibiokoesoemo heeft, evenals de heer Rehatta, eenige vragen
gesteld over den stand der leveringen van het in het buitenland bestelde
oorlogsmateriaal. Het gaat hier om een groot aantal artikelen van allerlei
aard. De tijd, die voor den aanmaak daarvan noodig is, loopt zeer uiteen.
De geachte sprekers zullen begrijpen, dat een nauwkeurige opgave van
hetgeen wèl en van hetgeen nog niet is ontvangen aan in het buitenland
besteld materiaal niet in 's Lands belang zou zijn. In het algemeen kan