954 de oorlogvoering niet zoo droevig gesteld is, als verschillende Indonesische Volksraadsleden meenden te moeten constateeren. De heer Iskandar Dinata wees er op, dat het de intellectueelen zijn, die de wenschen van de massa vertolken. De Regeering wil den Indonesischen leiders de aanspraak daarop niet ontzeggen, doch dit sluit niet in, dat zij nimmer zouden falen in het peilen en weergeven van de stemming, die onder de Inheemsche massa leeft. De Regeering beriep zich op het bevredigende vrijwillige aanbod van In donesische zijde voor stads- en landwachten. Inmiddels is uit de dagbladen kunnen blijken, dat in verschillende plaatsen op Java ook een vrij groote vrijwillige aanmelding kan worden geconstateerd voor de Inheemsche militie. Zij heeft hieromtrent inlichtingen ingewonnen bij den Legercommandant, die terzake de volgende cijfers verstrekte. Ter toelichting moge vooraf gaan, dat die cijfers betreffen de vrijwillige aanmelding bij de aanwijzing van de vijfvouden van de benoodigde, contin genten. Deze vijfvouden zijn, zooals het College bekend is noodzakelijk om de te verwachten afkeuringen bij geneeskundig onderzoek te dekken. Daar bij de geneeskundige keuring de vrijwilligers voor gaan en in geen geval meer dan een vijfde deel der aangewezenen wordt ingelijfd, is het te verwachten, dat de percentages vrijwilligers onder de werkelijk ingelijfden nog aanmerkelijk grooter zullen zijn dan ik zoo dadelijk voer de aange wezenen zal noemen zij zullen in vele streken de 100% bereiken of bena deren. Het percentages vrijwilligers voor Java de cijfers van Ambon en Ma- nado zijn nog niet beschikbaar berekend over het totaal der aangewe zenen bedraagt rond 74%. Voor de provincies West-, Midden- en Oost-Java bedragen die percentages resp. rond 56%, 83% en 88%. Gesplitst naar de groepen abituriënten-H.B.S. (dat zijn de aspirant-reserve officieren), de abituriënten H.I.S. en dergelijke schoolinrichtingen (dat zijn de aspiranten-kader en de marinegroep) en de overigen bedragen de per centages voor geheel Java resp. rond 37%, rond 45% en rond 79%. Gesplitst naar de zooeven bedoelde groepen, geven de provincies West-, Midden- en Oost-Java de volgende percentages te zien abituriënten-H.B.S. abituriënten-H.I.S. overigen West-Java rond 28% rond 39% rond 59% Midden-Java rond 58% rond 55% rond 88% Oost-Java rond 31% rond 45% rond 86% In sommige regentschappen heeft het aantal vrijwilligers het zooeven be doelde vijfvoud van het benoodigde contingent zelfs overtroffen. In die ge vallen werd van dat surplus voor zoover mogelijk gebruik gemaakt om in andere regentschappen het aantal gedwongen aanwijzingen te beperken. Daarmede kon echter niet verder worden gegaan dan binnen de betrokken residentie, teneinde niet in strijd te komen met het regionale beginsel, dat aan het gebruik der niet-Nederlandsche militie ten grondslag ligt. Een en ander was oorzaak, dat hier en daar zelfs onder de vrijwilligers moest worden geloot. Nu zal men tegen deze sprekende cijfers wellicht willen inbrengen, dat er verschillende soorten van vrijwilligheid zijn en dat er h.t.l. nog zoo iets als een printah aloes bestaat. De Regeering acht het mogelijk om met het systeem van printah aloes een zekere categorie van personen te bewegen zich voor de militie aan te melden. Zij acht het echter uitgesloten, dat een zoo groot contingent van personen, die zich op tal van plaatsen over geheel Java vrijwillig voor de militie hebben opgegeven, allen slachtoffers van een printah aloes-syteem zouden zijn. Den Volksraad zijn vertrouwelijke cijfers over de grootte van de Inheem sche militie verstrekt. Wanneer er zich nu van dat contingent, dat vijfmaal grooter is dan het benoodigde getal, gemiddeld 74% vrijwillig heeft opgege ven, dan kan het geachte College nagaan, hoe groot die vrijwillige aanmel ding geweest is.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 95