3. VERVOER EN VERPLEGING VAN ZIEKE EN GEWONDE
MILITAIREN BUITEN HET OPERATIEGEBIED, BEZIEN
IN HET LICHT DER MODERNE OORLOGVOERING (I)
door
Dr. L. H. SIMONS,
Officier van Gezondheid 1ste klasse.
De tegenwoordige organisatie van den afvoer en de verpleging
van zieke en gewonde militairen in het Koninklijk Nederlandsch-
Indisch Leger is zoowel wat het operatiegebied als het achter
land betreft goeddeels gebaseerd op de ervaringen uit den
wereldoorlog 1914-1918. Het behoeft echter nauwelijks nader be
toog, dat met den enormen vooruitgang der techniek zich intus-
schen het beeld van den oorlog dusdanig heeft gewijzigd, dat veel
dat tot voor kort nog min of meer als onaanvechtbaar dogma
werd aanvaard, thans opnieuw in beschouwing zal dienen te
worden genomen en wegens de sterk veranderde tactische in
zichten en mogelijkheden terdege op zijn verdere practische
bruikbaarheid moet worden getoetst.
Ons allen is het bekend dat in 1914, na den aanvankelijk snel
len opmarsch der Duitsche legers onder Moltke, von Bülow en
Lauenstein door België, de strijd in Noord-Frankrijk al heel
spoedig het karakter aannam van een starren stellingoorlog,
waarbij elke poging om in beweging te komen, beurtelings door
een van beide partijen werd gesmoord in een zee van bloed. En
het waren voornamelijk de ervaringen uit dezen bewegingloozen
stellingoorlog, welke Spire en Lombardy hebben geïnspireerd tot
het schrijven van hun beroemd geworden, bij de samenstelling
van ons huidige oorlogsvoorschrift tot richtsnoer gediend hebbend
leerboek der militair-medische tactiek. Het beloop van den
recenten strijd in Polen, Nederland, België, Frankrijk en op den
Balkan, de operaties in Lybië, Somaliland en Abessinië zijn er
echter het stellige bewijs voor, dat de technisch tot in het uiterste
geperfectionneerde oorlogsmachines van onzen tijd een in verge
lijking tot 1914-1918 geheel andere aanvals- en verdedigings
techniek mogelijk hebben gemaakt.
De in den huidigen Europeeschen oorlog toegepaste nieuwe
gevechtsmethoden doen dan ook tal van vraagstukken, waarvoor
de militair geneeskundige dienst reeds een bevredigende oplos
sing meende te hebben gevonden, in een geheel nieuw licht ver-
875