over het algemeen langen tocht naar de evacuatiehospitalen meer
beschutting tegen weersinvloeden te bieden dan gewone vracht
auto's 1).
De verpleging en geneeskundige behandeling is bij evacuatie
met motorvoertuigen en het daaraan verbonden grootere gevaar
van uit elkaar geraken der colonnes uiteraard veel bezwaarlijker
dan bij afvoer per trein. De oplossing, welke te dezen aanzien door
het Nederlandsch-Indische Roode Kruis wordt aangegeven, is
zeker practisch en ondervangt een groot deel der zich daarbij
voordoende moeilijkheden ongetwijfeld op geslaagde wijze. Daar
naast laat zij echter ook kansen op onaangename verrassingen
open, hetgeen binnen het kader der personeele en materieele mo
gelijkheden nu eenmaal niet anders kan. Zekere risico's moet
men aanvaarden en hetgeen door het Roode Kruis hier te lande
op het gebied van den gewondenafvoer in het achterland gedu
rende de afgeloopen jaren is tot stand gebracht, kan niet anders
dan tot groote voldoening strekken.
Dat niet de militair geneeskundige dienst, doch het Roode Kruis
hier in zekeren zin en binnen het raam van het organieke geheel
voorbereidend en regelend is opgetreden, heeft op zich zelf niets
vreemds. De taak van vervoer en verpleging van gewonde en
zieke militairen buiten het operatiegebied, dus van het evacuatie
station af, zal van den aanvang af immers vrijwel geheel komen
te berusten bij het Roode Kruis, daar voor deze werkzaamheden
in het gebied van den aan- en afvoerdienst en het achterland door
den militair geneeskundigen dienst zelf nog slechts een kleine
kern van beroepspersoneel en materieel kan worden afgezonderd.
In geen enkel land ter wereld, uitgezonderd wellicht in het tegen
woordige Duitschland, welks geheele maatschappelijke bestel al
sinds jaren op oorlogvoering en niets anders dan oorlogvoering
schijnt te zijn ingesteld, is de M.G.D. in staat, de uiterst omvang
rijke taak der medische verzorging van een strijdend leger alleen
en zonder hulp van buiten naar behooren te verrichten. Deze taak
zou in het operatiegebied, in het gebied van den aan- en afvoer
988
1) Nagegaan zal dienen te worden, welke autobussen zich het meest leenen
voor de secundaire evacuatie. Zij zullen in ieder geval voldoende ruimte
moeten bieden voor het opstellen van de „draagbaarstellen voor spoorweg
vervoer". De bekende Dieselbussen, hoewel ruim genoeg, zijn minder geschikt,
omdat de veering uitermate stroef is en de uitlaatgassen den patiënten veel
hinder zouden veroorzaken. Het laatste kan echter worden ondervangen door
op den uitlaat een verlengstuk te monteeren en de gassen op dakhoogte
af te leiden. Bussen met benzinemotoren zijn deels te klein, deels zoo gecon
strueerd dat verwijdering van den achterwand moeilijkheden oplevert.
Onderwerpelijke aangelegenheid zal, alvorens definitieve plannen kunnen
worden gemaakt, aan een nader deskundig onderzoek dienen te worden
onderworpen. Voor de primaire evacuatie van Hp.V.Pn (wagenplaatsen)
naar de Hd.V.P. en verder naar het Vd.H. moeten echter beslist 2-tons
vrachtauto's beschikbaar blijven, daar deze dadelijk moeten kunnen worden
ingezet en geen tijd mag verloren gaan met verbouwing a.a.