SYMBOOL EN ZINSPREUK. Symbolen en emblemen ontwikkelden zich uit de zinspreuken van de 15de eeuw, die altijd uit een teekening (corps de devise) en een spreuk ame de devisebestonden. De meeste zinspreuken waren persoonlijk gekozen. Vele hebben politieke beteekenis en uitwerking gehad. Het Bourgondische takkenkruis volgde de Habs- burgers na het begin van de Bourgondische nalatenschap over de geheele wereld. Karei V voerde als zijn devies de beide zuilen van Hercules, zinnebeeld van de Straat van Gibraltar, met de spreuk „Plus oultre" of „Plus ultra" (Nog verder Van anderen oorsprong is de uiterlijk geheel gelijke standaard van den Engelschen koning Hendrik VIII. Zoo'n persoonlijke standaard voerde iedere ridder en derhalve ook de koning. Zij hadden alle gemeen, dat het St. George Kruis vooraan stond en de rest in de toenmalige livreikleuren gestreept was. Verkregen of aangenomen emblemen, zooals afbeeldingen uit het wapen en een spreuk, versierden het veld. Spreuk en afbeelding behoefden niet in betrekking tot elkander te staan. Zulke standaards zijn in Engeland heden nog gebruikelijk. Vroeger kon men bij ieder vaandelbeeld, waartoe een spreuk behoorde, aannemen, dat zij elkaar aanvulden. Hoofdbronnen voor de keuze van de afbeeldingen waren de oude geschiedenissen en sagen. Een geliefde afbeelding was b.v. de uitgeruste Marcus Curtius, die zijn leven door den sprong in een afgrond opofferde. Hij was „In utrumque paratus" (Tot beide leven en sterven bereid). Den neushoorn werd toegeschreven, dat hij „slechts wijkt, wanneer hij overwonnen heeft" (Nan recedo nisi vincam). Ook vreedzame afbeeldingen werden gekozenzoo kwam de roos voor met de spreuk Florebo sole micante" (Ik zal bloeien, als de zon schijnt) Tegen het begin van de 18de eeuw ging de mode van de per soonlijke symbolen haar einde tegemoet. Laatste hoogtepunten waren de zon van Lodewijk XIV, die „Ook tegen velen opge wassen" is (Nee pluribus impar), en de adelaar, dien Frederik Willem I van Pruisen haar tegenovergestelde met de zinspreuk Nan soli cedit (Hij schuwt de zon niet). Frederik de Groote was de laatste Pruisische koning, die een persoonlijk symbool, den adelaar met het zwaard en bliksemschicht en de spreuk „Pro gloria et patria", aannam. Hij bleef tot heden bij den Pruisischen krijgsadelaar behooren, zooals de zon in de Fransche standaards tot het einde van het koningschap behouden bleef. TYPISCHE VAANDELMODELLEN. Ten allen tijde hebben de staten politieke groepeeringen ge vormd, wier uitwerkingen zich ten deele ook in de soort van de vaandelvorming laten herkennen. Typisch voor alle Fransche infanterie-vaandels van het koningschap is het doorloopende witte 1000

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 32