plichtigen van 20 en 21 jaar. Zij moeten 5% maand dienen, behou
dens sommige categorieën o.a. het kader waarvoor de dienst
tijd 11 maanden bedraagt.
De tweede klasse (eerste reserve) omvat alle dienstplichtigen
(dus ook die van de eerste klasse) van 22 tot en met 30 jaar. Zij
moeten jaarlijks minstens 10 dagen opkomen.
De derde klasse (tweede reserve) bestaat uit dienstplichtigen
van 31 tot en met 40 jaar. Zij komen jaarlijks ten minste 5 da
gen op.
De vierde klasse (derde reserve) omvat alle dienstplichtigen
van 41 tot en met 50 jaar. Zij moeten om de drie jaar minstens
7 dagen opkomen.
Geen reservist kan worden gedwongen, zonder zijn toestem
ming meer dan dertig dagen per jaar te dienen.
De dienstplichtigen van de eerste klasse hebben dus drie groe
pen herhalingsoefeningen mee te maken van respectievelijk min
stens 9 X 10, 10 X 15 en 3 X 7 dagen.
Tot nu toe is er van oefening van de 2de, 3de en 4de klasse
niets terecht gekomen. Men heeft op dit oogenblik dus slechts
de beschikking over 4 lichtingen, d.w.z. die van 1936, 1937, 1938
en 1939, met een maximum sterkte van ongeveer 4 X 13.500
man, in totaal dus een goede 50.000 man. Het aldus becijferde
aantal is misschien iets te laag, want in de Philippijnsche pers
wordt het getal 80.000 genoemd, dat echter toch weer iets te
hoog schijnt.
Volgens persberichten is het met de geoefendheid niet al te
best gesteld, hetgeen in de eerste plaats wordt geweten, aan het
gebrek aan goed kader. Dit is dan de reden dat men thans alle
aandacht schenkt aan een extra-opleiding van de reserve-officieren
en onderofficieren.
Er schijnt verder tot dusver een ontstellend gebrek aan gewe
ren en munitie te hebben bestaan, zoodat een groot aantal dienst
plichtigen tijdens de herhalingsoefeningen geen geweer in han
den kreeg. Vermoedelijk zullen de overigen moeten wachten op
de volgende wapenzendingen uit de V.S. Op het oogenblik schijnt
het in elk geval niet mogelijk, alle dienstplichtigen van een ge
weer te voorzien, zoodat men bij mobilisatie slechts over een
betrekkelijk gering aantal gewapenden zal kunnen beschikken.
DE ORGANISATIE VAN DE MILITIE.
De organisatie is bij lange na niet voltooid.
Het land is verdeeld in tien militaire districten, die weer zijn
onderverdeeld in militiaire provincies. Het schijnt in de bedoe
ling te hebben gelegen, uit elk district een divisie te formeeren,
doch tot dusver is het nog niet zoover gekomen. Voor zoover uit
persberichten mag blijken, is men nog niet veel verder dan de
organisatie van een aantal bataljons en compagnieën.
1016