Wat de militaire waarde van den enkelen man aangaat, zoo
luidt het oordeel van de meeste Amerikaansche officieren gun
stig. Men wijst er dan op, hoe de Philippino's in den opstand na
de bezetting door de V.S. in 1898 een sterk Amerikaansch expe-
ditieleger jaren lang de handen vol hebben gegeven.
Als overal ter wereld wordt de waarde van het leger hoofd
zakelijk bepaald door die van de officieren en daaraan moet nog
wel het een en ander haperen. Het behoeft dan ook geen verba
zing te wekken, dat men thans druk bezig is, de reserve-officieren
en het kader met den meesten spoed op te leiden.
Zooals uit het bovenstaande blijkt, is het Philippijnsche leger
in hoofdzaak bedoeld als een militieleger, waarbij men er echter
wel aan heeft gedacht, een kleine kern van beroepsmilitairen te
scheppen. De wet spreekt nl. van een staand leger naast het mi
litieleger.
Men had hiervoor als basis de door de Amerikanen georgani
seerde Constabularyeen klein beroepsleger, gerecruteerd uit
Philippino's en aangevoerd door in Amerika opgeleide Philippijn
sche en enkele Amerikaansche officieren. Het was geen sterke
macht, zij telde slechts 8512 man en 549 officieren, doch dat was
voldoende voor het handhaven van de binnenlandsche rust. In 1938
is men echter van de bedoeling van de wet van 1936 afgeweken
en heeft de Constabulary in den vorm van een nationale politie
macht aan het Departement van Oorlog onttrokken en geplaatst
onder het Ministerie van Binnenlandsche Zaken. Het is niet dui
delijk, wat er in de practijk van is geworden. Tot deze Consta
bulary behoorden n.l. ook de afdeelingen artillerie en cavalerie
die op papier tot het staande leger gerekend worden, evenals de
kustartillerie en de luchtvaart afdeeling.
Men heeft voorts in 1936 een' groot aantal militieplichtigen op
papier bij het staande leger ingedeeld, maar uit de beschikbare
gegevens blijkt niet wat men daarmee heeft voor gehad. Het
schijnt echter in de bedoeling te hebben gelegen, een staande
divisie te formeeren uit vrijwilligers met een verband van 3 jaar,
aangevuld door dienstplichtigen. Voorts zou nog een staand corps
artillerie worden gevormd.
Naast deze Constabulary bestaat ook nog het corps der Philip
pine Scoutsook enkele duizenden sterk, bestaand uit vrijwillig die
nende Philippino's en geheel aangevoerd door Amerikaansche
officieren. Dit corps moet echter geheel tot de Amerikaansche
strijdmacht worden gerekend, daar het onder het directe bevel
van den Amerikaanschen bevelhebber is geplaatst.
De buitenstaander ontkomt niet aan de gewaarwording, dat
men het in de Philippijnen voornamelijk in het aantal heeft ge
zocht. Aan een harmonische ontwikkeling van de weermacht kon
wegens het ontbreken van het materieel niet de noodige aandacht
1017