II. Bij 5de aanvullende oorlogsbegrooting voor 1941 werd ver
volgens een crediet aangevraagd van rond 82 2/3 mm.
Dit bedrag omvat blijkens de memorie van toelichting
1047
A 3.500 voor de inrichting van eenige ontspanningslokalen ten
behoeve van nieuwe legeronderdeelen
a ter voorziening in enkele leemten in de personeelsforma
ties, b voor het voorshands onder de wapenen houden van
de eenjarige k.v.militairen van de lichting 1940 (ter voor
ziening in de behoefte aan personeel voor bijzondere func
ties bij de bataljons infanterie) en voor c het opvangen van
de geldelijke gevolgen van een gewijzigd schietpremie-stel-
sel, dat beter dan het oude bij elke schietoefening de indi-
vidueele inspanning tot het verkrijgen van goede schietre-
sultaten verzekert
voor verschillende aanschaffingen en de uitvoering van
eenige bouwwerken.
ter verhcoging van het bij 5de aanvullende begrooting voor
1940 toegestane crediet voor den aanleg van een derde rail
op het spoorwegtraject SoerakartaGoendih, noodzakelijk
ter verzekering van een snelle troepenconcentratie in tijd
van oorlog.
ter financiering van verdere maatregelen, welke onder de
huidige omstandigheden onvermijdelijk zijn. Onder deze
maatregelen zijn begrepen
a. de aanneming van extra personeel in verband met de meer en meer
stijgende werkzaamheden (rond 215.000)
b. de benoeming van hoofdinstructeurs en commandanten van stadswach
ten, alsmede de indienststelling van eenig personeel in administratieve
functies en tot onderhoud van de bij de stadswachten ingedeelde wape
nen (rond 98.000)
c. eenige nader noodig gebleken voorzieningen ten behoeve van internee-
ringskampen (rond 265.000)
d. een uitbreiding van het bureau voor voorlichting van de pers (rond
11.000)
e. de keuring en registratie van automobielen, motorrijwielen, paarden, enz.
ter voorbereiding van vordering in tijd van oorlog (rond 120.000)
de aanschaffing van een vijftal rijdende cantines (rond 21.000).
Het onder C vermelde bedrag van 81.524.800 is bestemd voor:
a. versnelde voortzetting van de versterking der luchtstrijdkrachten
(rond 9.900.000)
b. vervanging van vliegtuigmaterieel (rond 23.400.000)
c. opvoering van de productie-capaciteit van de artillerie-inrichtingen
(rond 2.500.000)
d. verdere aanschaffing van materieel (rond 29.800.000)
e. verdere aanschaffingen ten behoeve van Stads- en Landwachten (rond
5.700.000)
aanleg, uitbouw en verbetering van defensiewerken, enz. (rond
9.800.000)
g. bouw van een Koninklijke Militaire Academie (rond 430.000).
Ter toelichting van deze maatregelen kan het volgende dienen
ad a. Bij de eerste aanvullende oorlogsbegrooting voor 1941 werd een
crediet verkregen van ƒ10.679.000, o.m. strekkend ter financiering van dat
deel der voorgenomen uitbreiding van de grondorganisatie van de militaire
luchtvaart, hetwelk, naar verwacht werd, nog in 1941 tot stand zou kunnen
komen.
Sindsdien is het, in hoofdzaak door normalisatie der projecten en ruimere
inschakeling van het departement van Verkeer en Waterstaat alsmede par-
B 246.600
C 81.524.800
D 126.000
E 760.500