1168 ste deel van het overzicht van deze maand opgevorderd voor de behande ling van de situatie in Oost-Azië. Toch zijn er ook op ander terrein nog wel eenige dingen, die de aandacht verdienen. Op de eerste plaats de felle strijd in Rusland, waar de Duitschers, niet tegenstaande den heldhaftig geboden tegenstand nog steeds blijven vorderen en waar ernstig rekening moet worden gehouden met den uiteindelijken val van Moskou, zij het, dat dit later en ten koste van grootere offers zal plaats vinden dan de Duitschers hebben kunnen denken. Het is vólkernen verkeerd, zich van den toestand in Rusland een gunsti ger voorstelling te maken dan die in werkelijkheid is, en het feit, dat de maai schalken Budjenny en Woroshiloff ver achter het front nieuwe legers moeten organiseeren, is een aanwijzing, dat de Russische regeering er vol komen rekening mede houdt, dat de Duitsche legers hun eerste doelstel- ling, de bezetting van West- en Zuid-Rusland, zullen bereiken, en de Russen meer naar het o. zullen terug trekken om nieuwe verdedigende stel lingen in te nemen. De grootste verrassing van de Duitsche legerleiding in dezen geweldigen strijd om Rusland is geweest, dat zij een tegenstander vond, bereid om in zijn defensief even roekeloos met menschen en materieel om te springen ais zij het in haar offensief doet. Eerst veel later zullen wij hooren hoè vernietigend deze oorlog is geweest en ook, aan hoeveel burgers in de groote steden hij het leven heeft gekost. Want hoewel in de Russische legerberich- ten zorgvuldig wordt vermeden, melding te maken van niets ontziende bomaanvallen met vliegtuigen op Leningrad en Meskou, mogen wij veilig aannemen, dat de samengepakte bevolking in deze centra op het oogenblik wexen doorleert van ongekende verschrikking. Een buitengewoon ongunstige ontwikkeling voor den strijd in Oost-Europa is, dat de Duitschers erin zijn geslaagd, de toegangen tot de Krim te for- ceeren en het grootste deel van het schiereiland in snel tempo te bezetten. Dit mag dan zijn geschied ten koste van enorme verliezen, maar zij hebben die er blijkbaar voor over gehad en wij hebben rekening te houden met het feit De omstandigheid, dat in enkele dagen na het forceeren van de Russische stellingen in den Perekop het geheele schiereiland, met uitzonde ring van Sebastopol bezet schijnt te zijn, wijst erop, dat ook de verliezen der Russen zeer groot moeten zijn en dat het grootste deel van het materieel van hun daar strijdende legers in Duitsche handen moet zijn gevallen. Het is zeer waarschijnlijk, dat de verdediging van Sebastopol wat grim mige vastberadenheid en verbetenheid betreft een herhaling te zien zal geven van die van Odessa. Maar strategisch geeft helaas ook de positie van deze oorlogshaven, ingesloten als zij is, weinig hoop. En hierdoor komt de Russische Zwarte-Zee-vloot is gevaar. Na Odessa en Sebastopol beschikt zij m de Zwarte Zee nog slechts over een kleinere basis te Novorossisk aan de Kaukasische kust, die echter van het o. deel van de Krim uit al even zeer wordt bedreigd. Ten slotte zullen haar slechts twee wegen open staan. De eerste is een doortocht door de Dardanellen naar de Middellandsche Zee de tweede is zich letterlijk dood te vechten tot de laatste voorraden zijn verbruikt en dan de schepen tot zinken te brengen. De eerste van deze twee mogelijkheden brengt de houding van Turkije in het geding. Bij de opening van de winterzitting van het parlement heeft de Turksche President een verklaring afgelegd, gericht tot alle belligerenten, dat Turkije zich tegen iedere gewelddaad en iedere aantasting van zijn souvereiniteit zal verzetten. V.z.v. daaronder Duitschland valt, heeft men zich er in bepaalde kringen nogal gerustgesteld over getoond, maar wij meenen te mogen be twijfelen of Downingstreet deze gerustheid zal deelen. Want de verklaring beteekent evenzoo, dat aan een in het nauw gedreven Russische Zwarte-Zee- vloot geen doortocht door de Dardanellen zal worden toegestaan Zij stelt niet anders dan de stipte neutraliteit van Turkije vast, ook als die ten na- deele van de geallieerde zaak is. 13 11-41 Waarnemer.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 101