waarinp in minst bezette doelelement
n aantal doelelementen.
Als boven aangegeven is f voor verschillende gevallen berekend
en vastgelegd in staat V.
Staat V.
Uit staat V zou blijken dat, welke grenzen er ook worden ge
steld aan het doelelement, de voorkeur moet worden gegeven aan
een sprong van 2 X Isso, en dat, wanneer rekening wordt ge-
1081
A. Grootte van het doelelementV2 X ls30,
Aantal afstan-
n. den waarop
Strooi- wordt ge-
maat Xy vuurd
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
'ƒ2 X ls5o
1,818
1,786
1,778
1.761
1,721
1,667
1,600
1,563
1,636
2,000
1 X
1,563
1.563
1,563
1,563
1,563
1,563
1.563
1,563
1,563
2,000
1V2 X
1,277
1,282
1,286
1,295
1.307
1,323
1,347
1,389
1,481
2,000
2 X
1,144
1,149
1,139
1,169
1,186
1,208
1,242
1,304
1,449
2,000
272 X
1,520
1,526
1,544
1,563
1,590
1,623
1,681
1,784
2,041
2.000
3 X
1,984
2,000
2,020
2,041
2,083
2,137
2,222
2.381
2.778
2,000
4 X
6.756
6,825
6,897
6,993
7,150
7,353
7,692
8,500
10.00
2,000
B. Grootte
van
iet doelelement
1 X ls50.
V2 X ls50
1,371
1,333
1,301
1,316
1,626
2,000
1 X
1,333
1,333
1,333
1,333
1,333
2,000
0/2 X
1.196
1.211
1,233
1,271
1,356
2,000
2 X
1.186
1,208
1,242
1,304
1,449
2,000
C. Grootte van het
doelelement t geheele strook.
V2 X ls50
1,136
1,168
1,220
1,316
1,515
2,000
1 x
1,099
1,121
1,156
1,220
1,370
2,000
l'/2 X
1,091
1,111
1,143
1,200
1,333
2,000
2 X
1,091
1,111
1.143
1,200
1,333
2,000