houden met de waarden van staat V ad A, nimmer te geflatteer de uitkomsten worden verkregen. Uit den aard der zaak zou men e.e.a. nog verder kunnen doorvoeren en als eisch kunnen stellen, dat een zekere dichtheid moet worden verkregen op het minst bezette doelelement van 14 X lsso- Vermeend wordt echter dat zulks zou leiden tot een te ver doorgevoerde differentiatie, welke wegens de groote wisselvalligheid, die nu eenmaal steeds samen gaat met spreidingskwesties, het doel voorbij zou streven. Reke ning houdend met een oorlogsspreiding van de batterij van 2 X die van de schootstafel, zouden de sprongen feitelijk 4 X ls50 (schootstafel) moeten bedragen. Het nadeel van deze grootte van den sprong valt dadelijk in het oog, immers wanneer de oorlogs spreiding van de batterij niet precies 2 X die van de schootstafel is, wordt de f-waarde steeds te klein genomen, naar welke zijde ook de optredende spreiding van die van de schootstafel afwijkt. Rekening had dan moeten worden gehouden met een f-waarde behoorend bij een sprong tusschen IV2 en 2 X Is50 of tusschen 2% en 2 X ls,-,o, in beide gevallen dus een grootere f-waarde. Maakt men de sprongen grooter dan 2 X ls50 (4 X lsso schoots tafel) dan treedt in het verdeelingsbeeld het nadeel van hiaat vorming op. Wordt de strooimaat vastgesteld op 1 a IV2 X ls.-,o 2 a 3 X lsr>o schootstafel), dan geldt de regel dat wanneer de optredende lsgo kléiner, resp. grooter is dan die van de schoots tafel, dus de strooimaat grooter, resp. kleiner wordt dan 1 a IV2 X lsr,o, de f-waarde te groot (bij groote afwijking te klein), resp. te klein is aangenomen. Het is wel van belang na te gaan, met welke f-waarde nu voor het bepalen van de juiste hoeveelheid munitie rekening moet worden gehouden. Zooals uit staat V blijkt, is de f-waarde af hankelijk van het aantal sprongen, dus van de diepte van de terreinstrook. Uit den aard der zaak brengt dit practische be zwaren mede. Het eenvoudige gegeven als „Voor een scherfdicht- heid d zijn per ha noodig p gn. van 10,5 cm, q gn. van 7,5 cm", wordt dan veel uitgebreider. In stede daarvan zou een tabel moe ten worden samengesteld waarin dat aantal afhankelijk is gesteld van de doeldiepte. Vanzelf doet zich nu het streven voor, naar een eenvoudiger oplossing te zoeken. Hiertoe waren navolgende beeldverdeelingen met elkander te vergelijken 1082 1. Strooimaat '/2 X IS50. 7,14 10,71 13,00 14,00 2. Strooimaat 1 X lsso. 8,00 10,75 12,00 12,50 3. Strooimaat l'/2 X ls50. 9,00 10,67 10.67 11,33 14,00 I 13,00 12,50 12,00 11,33 10,67 I 10,71 7,14 10,75 8,00 10.67 9,00

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 15