dings-capaciteit e g van het te gebruiken papier, dan zullen bij juiste behandeling alle nuances al op het papier worden afgebeeld waarbij tegelijkertijd het zwartingsverschil (contrast) b d wordt vergroot tot e f. Hierdoor wordt een groot gedeelte van de foto duidelijker maar de details, die op het negatief met de nuances b-c waren afgebeeld, zullen op de positieve copie verdwenen zijn, waardoor afbeeldingen van voorwerpen en details verloren kun nen gaan. Voor de detailstudie van foto's moet gebruik worden gemaakt van foto's, waarop alle details van het negatief voor komen, welke foto's echter noodgedwongen een flets en flauw aanzien hebben, weinig contrasten vertoonen en daardoor vaak „slecht" worden genoemd. Teneinde op dergelijke flauw getinte foto's toch alle nuance verschillen en kleine afbeeldingen te kunnen waarnemen, moeten zij bij zeer goede verlichting (800 - 1000 lux) worden bestudeerd. De gewone kamerverlichting (50 a 200 lux) is zelfs bij de vensters (300 a 600 lux) daartoe als regel onvoldoende. Breede vensters en open galerijen, zijn bij directe verlichting door een helder blauwen hemel wel geschikt. Voor regelmatigen arbeid verdient een doel matige kunstverlichting aanbeveling. Bij het bestudeeren van de foto's wordt, om het algemeen over zicht te vergemakkelijken, gebruik gemaakt van een loupe met groot gezichtsveld (b.v. leesglas van 2 a 2% X vergrooting) voor de detailstudie kan een loupe met sterke (b.v. 6 X) vergrooting worden gebruikt. Verder moet men de beschikking hebben over een doelmatigen stereoscoop, teneinde alle foto's, die zich daar voor leenen, stereoscopisch te kunnen bestudeeren. Afhankelijk van het doel, waarvoor de foto's worden bestudeerd, moet de foto lezer en dit is van zeer groot belang voldoende vakkennis bezitten voor militaire verkenningen tactiek, organisatie en ter reinkennis voor kaarteering topografie, morfologie, begroeiing, enz. Ten slotte kunnen eerst na veel oefening en ervaring goede resultaten worden verwacht. Ervaring verkrijgt men door veelvuldig foto's van verschillen de gebiedsdeelen, terrein- en cultuurtypen, enz. onderling te vergelijken, maar vooral door het nauwkeurig bestudeeren van enkele foto's met een zuiver omschreven doel, b.v. 1. Hoeveel kampongs staan op de foto afgebeeld 2. Wat is hun oppervlak 3. Bepaal het aantal woningen is kampong A. 4. Onderzoek, waar bamboe voorkomt. 5. Waar is de spoorweg van A naar B opgehoogd en waar in gezonken 6. Welke kunstwerken kunt ge in den weg van C naar D ont dekken 7. Teeken het verloop van een hoogtelijn in het sawahcomplex bij E. 1099

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 32