Op het gevest van het Zwaard, aan de buitenzijde der vlag staat Dit Vierkant is geplaatst op de Banier van Al-Iskander (De Opper bevelhebber der legermacht). Aan genoemde zijde der vlag ver toont zich namelijk een door een randschrift omgeven en in honderd vakjes verdeeld vierkant, een talisman of tooverteeken, dat men den vijand voorhoudt, om hem daarmee op de vlucht te jagen, door het gezicht van de tienmalen herhaalde tien Namen van Allah, op de tien lijnen geschreven, van de rechter- naar de linkerhand, te weten Alomvattende Nabijzijnde Aannemer van het Berouw. Op de punt van het Zwaard aan de buitenzijde der VlagEr is geen God dan Allah. Rond het vierkant, aan de buitenzijde der vlagO Machtige, verdelg mijn vijand, Holland, wegens zijn list. Alvermogende, ver nietig den logenaar en grootspreker, Holland. Het valt buiten dit bestek, nog meer Oostersche vlaggen te be handelen; dit zou een artikel op zichzelf vereischen. Sterkeren Europeeschen invloed vertoonen de vlaggen van de Oostersche staten, die de vereuropeesching tot hun program hebben verheven (Turkije), of onder Europeesch oppergezag staan (Tu nis). Hun vaandels zijn dan geheel gelijk aan hun nationale vlag gen. Tunis heeft daaraan een eigenaardigheid toegevoegd in den vorm van de zeven driehoekige talismans der gelijkmaking (Fig 8d). Geheel eigen wegen gaan de ver van Europa verwijderde naties. Zij voeren meestal, zooals de volkeren der oudheid, plastische voorstellingen als veldteeken. Toch kennen de Japanners ook het met het familieteeken versierde vaandeldoek, dat aanmerkelijk hooger dan breed is. Bijzonder eigenaardig zijn de oud-Perzische en Indische vaan dels, welker driehoeks- en dubbele driehoeksvorm door de eeuwen heen kenmerkend is geweest. GILDEN EN SCHUTTERSCORPORATIES. In het begin der 14de eeuw bestond de regel dat plaatsen, die het stadrecht verkregen, tegelijk het voorrecht verwierven, den vorst in tijden van gevaar met niet meer dan een zeker aantal man schappen te behoeven bij te staan. Die plicht werd oorspronkelijk waargenomen door vrije burgers, doch langzamerhand zag men ook op dit gebied het groote voordeel van arbeidsverdeeling in er vormden zich vereenigingen ter geregelde oefening in den wapen handel. (In den regel zat er wel een zachte drang achter van het stadsbestuur.) Uit oude gildebrieven blijkt dat die vereenigingen reeds dadelijk voorrechten kregen als vrijdom van sommige belastingen, eigen visscherij in de stadswateren, geldelijke subsidiën en schadever goedingen bij uittochten ten behoeve van de stad. Toch ging de 1110

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 43