oprichting menigmaal van het stadsbestuur zelf uiter werd dan eenvoudig vastgesteld dat er een schuttersgild zou zijn. Natuurlijk was het in zoo'n geval een eer, in het nieuwe gild te worden opgenomende bloem der burgerij werd daarvoor uitge zocht en ieder lid gevoelde zich als behoorend tot een blijvende eerewacht van de stad zijner inwoning. Daarom waren de be looningen ook niet ruim, ze hadden het karakter van kleine onder scheidingen. De verplichtingen waren echter groot genoeg. Behalve de dienst voor de vorsten, was ook de verdediging van de eigen haardsteden aan deze gildebroeders opgedragen, hoewel daarbij de overige burgers evenmin geheel vrij bleveneindelijk hadden ze de zorg voor het herstel van de orde in geval van oproer of tumult. Zoodra de stormklok geluid en de stadsbanier op de straat vertoond wer den, moesten zij zich daarachter begeven. Uit hoofde dezer ver plichtingen tot beschutting der stad tegen den in- en uitwendigen vijand, werden ze schutters genoemd. a. 1580 Vaandel van de Bredasche burgercompagnie onder den kapitein Crispijn. Het vertoont het stedelijk wapen, de drie witte St. Andries- kruisjes op een rood veld, met als inzet de Princevlag. b. Vaandel van de Staatsche troepen met imitatie van een Bourgondisch kruis en vlammen. De middeleeuwsche schutters moesten hun boog, benevens de pijlen zelf aanschaffen niet zelden moesten zij ook voor ijzeren helm, pantser en ijzeren handschoenen zorgen. De stad gaf hun alleen den hof, waar ze zich konden oefenen, den schuttershof, die weldra den naam van doel of doele, ook wel doelen ontving, evenals het gebouw, dat daarbij later verrees. 1111 fig. 15 a b

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 44