Vaandel der Schutterij van Nijmegen in 1762, met het stadswapen en het opschrift „Armis et Legibus". Onder een oranjeboom een staande leeuw met opgeheven zwaard, steunend op het wetboek. De keerzijde vertoonde het wapen van den Prins. Het laatste bleek in de dagen van den Stadhouder Willem IV, vooral bij de felle pachters-oproeren. Toen weigerden de schutters kortweg op te treden, zoodat de autoriteiten genoodzaakt waren toe te geven ze schaften de belastingpachten af en tevens de accijnzen. Een paar jaar later, toen de oorlog ten einde was, wilde men echter de oude lasten weer invoerendit veroorzaakte nieuwe onlusten, waarin de schutters hier en daar een actief aandeel hadden en de wapens tegen hun eigen officieren en overheden keerden. Nu werd militair geweld gebruikt, zoodat in 1750 reeds burgerbloed vloeide. Het zou te ver voeren, details van de plaatselijke burgerwachten te geven, doch omstreeks 1780, toen de rampzalige Vierde Engelsche Oorlog aanving, begon men meer dan vroeger te klagen en werd de spanning in den lande grootde partij der Patriotten stak het hoofd op tegen die van den Prins, welke bestond uit aristocratische regenten en democratische burgers en dus zoowel onder de offi cieren als onder de minderen haar vertegenwoordigers had. De voormannen dezer nieuwe partij klaagden in hun politieke bladen en in hun vergaderingen en sociëteiten gestadig over „het diep verval der schutterijen en derzelver oude voorrechten" en drongen 1118

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 51