i
op herstel aan, zeggend „dat de gewapende Burgerij het Bolwerk
der Vrijheid was".
Bij een deel der schutterij sloeg die redeneering in, waardoor
het o.a. te Rotterdam en te Utrecht gelukte, een aantal dienstdoen
de schutters te vereenigen tot exercitiecorpsen, die in uniform ge
stoken en zwaar gewapend, geregeld oefenden in het veld, ook wel
parade hielden en met veel vertoon en wapengekletter door de
straten trokken. Men zag er zelfs afdeelingen „burgergrenadiers"
en „burger-kanonniers" onder. Te Rotterdam behoorden deze
„vrijkoorders" vrijwel allen tot de schuttercompagnie van den
feilen patriot Elzevier, compagnie no. 9, bekend door het relletje
in de Prinsenstraat en bij het Stadhuis, bij de vermelding van welk
voorval de naam van Kaat Mossel in de herinnering komt.
Dat was in het jaar 1784. Korten tijd later, toen keizer Jozef
II met oorlog dreigde, werd het exerceeren algemeen, echter niet
zoozeer bij de schutterijen als wel bij afzonderlijke exercitie
corpsen, die overal, ook in dorpen, werden opgericht. Zij vormden
1766. Het vaandel der Cadetten-Compagnie te Kampen, door haar ten ge
schenke ontvangen van Prins Willem V.
Het randschrift luidtVigilantiae Priemium. A. D. XXV. Aug. 1766. In de
hoeken, gedekt door vier kronen Donum Wilhelmi V Princeps Arausionis
et Nassovii.
fig. 22
r I
1119