1123
7. over het plateau van Osogovska naar Skoplje (Uskub)
8. door den Dragomanpas naar Nisj.
De colonnes 1, 2 en 3 ontmoeten weinig weerstand. Op het plateau van
Nevrokop komt colonne 4 nauwelijks vooruit, terwijl colonne 5 het hoofd
stoot voor het fort Rupel, waarop parachutisten vergeefs een aanslag plegen.
De Joegoslaven houden echter nauwelijks stand duidelijk blijkt dat de Duit-
sche invasie hen heeft overvallen.
7 April.
Aan het Grieksche front geen wijziging. Tegen den avond wordt het dui
delijk, dat de Joegoslaven zullen wijken, waardoor de op Grieksch gebied
niet verdedigde wegen langs de Vardar en over Bitolj (Monastir) Fiorina
zullen komen open te liggen. Besloten wordt derhalve, de Metaxas-lijn op
te geven en het gat n. van Fiorina (Pas van Monastir) af te sluiten, waartoe
de Australische divisie-commandant gnl. Mac Kay derwaarts wordt gezonden
met een gemengde troepenmacht ter sterkte van ongeveer een brigade en
bestaand uit enkele bataljons infanterie, een mitrailleur-bataljon en vecht-
wagens („een brigade infanterie min een bataljon"), een afdeeling pantser-
afweergeschut en een afdeeling artillerie.
8 April.
Het detachement Mac Kay komt in den morgen bij den Pas van Monastir
aan.
De Duitsche colonnes 6, 7 en 8 loopen de Joegoslaven aan de grens bij het
aanbreken van den dag overhoop. Colonne 6 bereikt spoedig Strumitza en
splitst zich daar in twee groepen, waarvan een door het dal van de Vardar
oprukt naar Saloniki, dat tegen den avond wordt bereikt, waardoor de 3
Grieksche divisies van de Metaxas-lijn zijn afgesneden, zij het dat enkele
kleine troepenafdeelingen weten te ontkomen. De andere groep gaat over Stip
(Isjtip) naar Veles (Köprulu), dat nog denzelfden dag wordt bezet. Colonne
7 vermeestert Skoplje gemotoriseerde onderdeelen nemen contact op met
Italiaansche troepen, welke uit Albanië zijn opgerukt. Colonne 8 bereikt de
omgeving van Nisj. (Deze stad valt op 9 April.)
9 April.
De op 8 April in Veles aangekomen Duitsche troepen rukken op naar het
z. en vervolgens naar het w., waar zij eveneens in contact komen met Ita
liaansche troepen, en verder naar het z. Hier bereiken zij den Pas van Mo
nastir en geraken daar in hevig gevecht met het detachement Mac Kay.
10 April.
Hoewel het detachement Mac Kay den Duitschers zware verliezen toe
brengt, wordt het duidelijk, dat het niet lang meer stand kan houden tegen den
steeds in overmacht toenemenden vijand. Gnl. Wilson besluit daarom, den
volgenden dag terug te gaan op een lijn, van de Egeïsche Zee over de n.
hellingen van den Olympus, Servia en de hoogten w. van de vlakte van
Kozani naar den bovenloop van de Vistritsa (Haliakmon) in de omgeving
van 'Bogatsjko. Door het rivierdal loopt de weg van Fiorina naar Trikkala
met een tak over Grevena naar Metsovo Janina, vanwaar via Arta-Agri-
nion-Lepanto de Golf van Korinthe is te bereiken. Het Grieksche legerkorps,
dat met de verdediging van het boven-Vistritsa-dal wordt belast, houdt dus
de sleutels op de verbindingen, niet alleen van het I.E.C. doch tevens van
de Grieksche hoofdmacht en verder uithalend weder het I.E.C.
11, 12 en 13 April.
De Duitschers vallen zoowel in het o. als het w. aan in het dal van de
Vistritsa. De Geallieerden wijken terug op den rechter oever van de rivier
de Grieken naar Grevena. Zij houden hier stand tot zij onder de Duitsche
mokerslagen ophouden, gevechtswaardige eenheden te zijn. De daaruit voort
vloeiende bedreiging doet gnl. Wilson besluiten, onder het leveren van dek
kingsgevechten aan de Tempe (2 bataljons Nieuw-Zeelanders), bij Tirnavos