1130 dat tavn. hier, zoo men ze had willen uitvoeren, niet mogelijk waren omdat de middelen ontbraken. (De enkele uitzonderingen zie de serie De strijd in West-Europa bevestigen schrijvers „regel".) De passieve methode verdeelt alle beschikbare middelen pondsgewijs over de geheele opstelling. Dit is in flagranten strijd met het grondbeginsel, dat de beslissing moet worden bevochten met een zoo groot mogelijke macht. Het spreekt vanzelf dat de actieve methode van evenbedoelde verdeeling (versnippering noemen haar tegenstanders het) niet wil weten. Zij aanvaardt den aanleg van versterkingen en den inzet in front van afweerwapenen, doch tot geen grootere hoogte dan noodig voor een zóó lang ophouden en een zóódanig desorganiseeren van den aanval dat de reserve een gunstige positie kan innemen en, zij het misschien niet numeriek, de overmacht heeft. Weliswaar vereischt ook deze restrictie nog een niet geringen inzet van krachten en middelen, doch de actieve methode beperkt ze doordat zij geen achtereenvolgende weerstandslijnen wenscht. Wat den aanval betreft wijst kol. Edmunds erop, dat er in feite geen sprake is van iets nieuws ook wereldoorlog nr. 1 kende doorbraken, welke tot vernietiging van vij. legers leiddenMegiddo, waar Allenby (later Viscount Allenby of Megiddo and Felixstowe. Red.) den Turken den genade slag toebracht, Vittorio Veneto (maar eerst Caporetto. Red.) en Monastir. Toen exploiteerde cav. het succes, nu waren het gemech. tpn. Hun succes was vooral door de bijna volmaakte samenwerking met vlgn. niet te stuiten. Vewn. en vlgn. moeten tegemoet worden getreden met vewn. en vlgn. De verdediger had beide, al waren zij dan ook in de minderheid. Dat hij de eerste niet goed gebruikte lag aan zijn inzicht omtrent de wijze van ver dedigen. Dat de laatste na de ervaringen van den Spaanschen burgeroorlog, waar vlgn. herhaaldelijk werden ingezet tegen grondtroepen of als artillerie- op-grooten-afstand, niet werden gebruikt, wijt schrijver tot op zekere hoogte aan den invloed van Douhets theorie met zijn nadruk op krachtenconcentratie op luchtbombardement op grooten afstand. Ook al zegt kol. Edmunds hier „tot op zekere hoogte", gaat hij toch wel wat ver. Ligt het falen hier niet alleenlijk in een onvoldoend ontwikkelen van het inzicht Van evenvermelde theorie is, aldus schrijver, niets terecht gekomen. Nadat de D. in Polen de overmacht in de lucht hadden verkregen, is het land veroverd door grondtroepen, waarmede de lstrkm. nauw samenwerkten. Groot-Brittannië is een ander bewijs voor het falen van de theorie. Het artikel is geschreven voor den val van Kreta. Hoewel dit eiland uit de lucht is veroverd, heeft zulks toch geenszins plaats gevonden op de wijze, die Douhet voorzag. In hetzelfde blad brengt luit. kol. Crockett een interessante analyse van de schijnbaar niet tegen te houden D. successen (Some fundamentals of German military operations). In de radio- en persoverzichten hebben volslagen leeken of lieden met weinig militaire scholing den sensationeelen kant belicht van de D. successen, zonder de oorzaken aan te geven. Men heeft daardoor den indruk gekregen, dat de D. onoverwinlijk zijn. De geschiedenis leert het tegendeel te beginnen met Caesar zijn de D. soldaten, vooral de Saksers, Oostenrijkers en Beieren vrijwel in eiken oorlog verslagen en de Anglo-Saksen slechts in uitzonderlijke gevallen. De reden dat de D. in W.- en Z.O.-Europa steeds hebben gewonnen is dat zij hun tegenstanders steeds in elk opzicht in uitrusting en methoden dus zoo goed als in tijd een slag vóór waren. Komen de kansen in deze eenmaal gelijk te staan, dan zullen wij in het geheel genomen in het voordeel zijn door the military character of our soldiers. De D. successen berusten op 7 grondslagen 1 moreel, 2 totale inspanning, 3 concentratie van krachten, 4 gebruik van pantsertroepen, 5 samenvoeging van wapenen, 6 offensief optreden en 7 tactische opleiding. Ad 3. De D. vallen zelden aan wanneer zij niet zoowel t.a.v. aantal, vuurkracht als richting in het voordeel zijn. Dit geldt in tactiek en strategie beide.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 63