Nog ontbrak elk teeken, dat op verzet kon duiden. De uiterlijke
schijn misleidde de beide officieren zelfs zoozeer, dat zij niet in
het minst werden verontrust door het verschijnen op 20 en 21 Juli
van een groot aantal gewapende lieden. Uiteraard was het dien
officieren niet bekend, dat het te Matandao achtergelaten gedeel
te van de patrouille-Matthes op 19 Juli was overvallen terwijl
het, eveneens misleid door de uiterlijk zeer vriendschappelijke
houding van bevolking en wegwerkers, bezig was met koken en
baden zonder eenigen veiligheidsmaatregel te hebben genomen.
Allen werden afgemaakt.
Hetzelfde gebeurde te Ranoitoli. Terwijl de gecombineerde pa
trouilles in den namiddag van 21 Juli bezig waren, te verhuizen
van het oorspronkelijke bivak naar een huis in een ander gedeelte
van den kampong, dat het hoofd zeer vriendelijk had aangeboden,
werden zij door de omringende gewapende bevolking overvallen.
Tegenstand was practisch uitgesloten doordat ook hier alle veilig
heidsmaatregelen achterwege waren gelaten en een ieder met zijn
wapening en uitrusting over den arm temidden van de kampong-
lieden liep. Slechts een dwangarbeider wist, hoewel gewond, te
ontkomen.
Te Ranoitoli en Pekambia samen bleven 2 officieren, 1 Euro-
peesch en 1 Inheemsch sergeant, 1 korporaal, 8 Europeesche en
21 Inheemsche minderen en 10 dwangarbeiders 28 geweren
vielen in handen van den vijand.
1074