1151 speerschacht bestaande uit gemotoriseerde krachten en de gewone divisies als het lichaam van een man die de speer snel wegwerpt. Dat is de Blitzkrieg. Wat de verdediging moet doen. We hebben de Duitsche taktiek omlijnd. Wat kunnen we nu doen om een verdedigingssysteem hiertegen te bedenken. Er zijn twee grondbe ginselen, waaraan de verdediging moet beantwoorden. Zij moet in de eerste plaats de speer weten te splijten of deze uit de hand van den man, die haar hanteert, slaan. Ten tweede moet zij de speer zelf tot stilstand brengen en zoolang tegenhouden, dat het verdedigende leger zijn eigen speer kan wer pen, d.w.z. een tegen-„blitz" kan uitvoeren. De eerste taak is om tanks van de gemotoriseerde infanterie te scheiden, en indien dit niet gelukt, om de gemechaniseerde strijdkrachten van de daarachter marcheerende soldaten te scheiden. Tanks alleen kunnen geen voortdurend succes behalen. En tanks, die slechts door kleine groepen gemo toriseerde infanterie worden gevolgd, kunnen niet het terrein dat ze over rompelen, behouden. Ons systeem van verdedigen moet als een zeef zijn die sommige aanval lende groepen doorlaat (omdat dit gedeelte niet voldoende door een linie tegengehouden kan worden, en omdat dit gedeelte alleen toch niet kan sla gen) maar het andere gedeelte van den aanval, dat de zeef niet kan pas- seeren, tegenhouden. Of het moet als een web zijn, waarin de optrekkende machten gevangen en vastgehouden worden, net zoolang totdat ze zich zelf aan stukken „ge- blitz" hebben door hun heen en weer trekken in het web teneinde vrij te komen. Het afscheiden van de tanks en gemotoriseerde infanterie van brandstoffen en andere voorraden moet ook een deel van dit verdedigings systeem zijn. De „spinneweb"-defensie. Sommige soldaten zeggen misschien„O, dat is juist weer een verdedi ging in de diepte, daar weten we alles vandie gebruiken wij altijd". Inderdaad heeft het Engelsche leger altijd geleerd dat verdedigingen in de diepte moeten worden uitgevoerd. Maar dat deed ook, tenminste tot op zekeren graad, het Fransche leger en hun opvatting van diepte-verdedi ging was die van linie achter linie en elke linie verloor zijn doel en nut al naar ze doorboord werden of door de gepantserde eenheden omtrokken werden. Dat is niet wat wij bedoelen. Wij willen een „web" van verdedi ging maken, die bestaat uit eilandjes van tegenstand, welke tegen tankaan- vallen bestand zijn en deze eilandjes moeten weer begrensd worden door mijnen-velden, terwijl zij elkaar wederzijds door hun vuur kunnen be schermen. Achter dit voornaamste web, dat door het staande leger bezet wordt, is er een ander web met wijdere mazenhet geheele gebied achter eke verdedigende linie moeten n.l. een garnizoen zijn van mannen,- die als burgers werken totdat het gevaar dichtbij komt en troepen die nog getraind worden of die op transport zijn. Het tweede gedeelte van het web is het essentieele gedeelte van het verdedigings-systeem, waarvoor we aan het ijveren zijn. Hier zullen wij de twee andere belangrijke onderdeelen behandelen, n.l. het web met dichte mazen, gevormd door de gewone infanterie-divisies en, daarvan afgescheiden, de strategische reserve van gepantserde en gemoto riseerde strijdkrachten, van vliegtuigen en gespecialiseerde artillerie. Eén divisie in de vuurlinie (ten naaste 12.000 man in drie brigades), die een gedeelte van deze voornaamste verdediging vormt, zou een gedekte stelling voor haar voorposten moeten kiezen, wier plicht het is direct elke vijandelijke beweging te melden en een vijandelijken infanterie-aanval tegen te houden. Achter deze voorposten moet de divisie een „doorsijpelings-zone"

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 84