1152
hebben, een zone die door twee van de drie infanterie-bataljons, waaruit
elke brigade bestaat, gebruikt wordt. En deze bataljons moeten niet één
linie of een reeks linies bezet houden, maar die terreindeelen die het beste
tegen tankaanvallen bestand gemaakt kunnen worden.
Kleine boschjes, waarin de tanks niet kunnen binnendringendorpen,
steile heuvels, of stellingen in de bocht van een rivier dat zijn de tegen
tankaanvallen beproefde weerstands-eilandjes, die bezet moeten worden.
En ze worden niet alleen door infanterie bezet, maar ook door kanonnen
anti-tank- en luchtafweergeschut, veld- en middelzware kanonnen. Ze zul
len beschermd worden door mijnen-velden op de punten, die het minste
tegen een tank-aanval bestand zijn, en deze mijnenvelden zullen ook het
eene eiland met het andere verbinden, langs lijnen welke vanuit de „eiland
jes" onder vuur gehouden kunnen worden.
Mijnen-veld versus tank.
De anti-tank-mijn is een wapen, dat we heel erg verwaarloosd hebben,
zooals andere typen van zeer goedkoope wapenen, waarvan de aanmaak
niet erg winstgevend was. Een normale Duitsche divisie, zelfs in een aan
val optrekkend, wordt verondersteld 13.000 anti-tank-mijnen met zich mee
te voeren voor de verdediging van haar stelling indien er een tegenaanval
komt. Een mijnenveld van laten we zeggen 18.000 mijnen is een veel nutti
ger verdediging dan het zelfde aantal granaten, die door de artillerie van een
divisie afgevuurd worden. Om een barricade met deze 18.000 granaten te
maken over een front van vier mijl, moeten ze allemaal binnen het uur
worden afgevuurd. En het meeste, dat de barricade kan vernietigen is
maar vijf procent van de vijandelijke tanks die er door heen gaan. Een mij
nenveld houdt veel langer stand en doet zijn taak veel beter. Zelfs indien
er gapingen in een mijnenveld zijn geblazen, dan worden de vijandelijke
tanks nog gedwongen om door deze gapingen te passeeren, en hierop kan de
verdedigende artillerie weer zijn vuur concentreeren deze gapingen kun
nen 's nachts best weer gevuld worden.
Die verdedigingseilandjes hebben garnizoenen van diverse grootten. Hier
kan een peloton in kreupelhout stelling genomen hebbendaar kan een
compagnie met vier stukken veldgeschut een klein dorpje bezet houden. Een
stad kan door een bataljon infanterie gehouden worden en door twaalf stuk
ken veldgeschut en vier kanonnen van middelmatige grootte. Elk eilandje
wordt op een rondgaande verdediging ingesteld en elk zal voorzien worden
van genoeg voedsel en ammunitie om verscheidene dagen door te komen
indien ze geïsoleerd door moeten vechten. Elk zal zijn buren door zijn vuur
weer beschermen, en elk zal evenveel naar rechts of links en naar achteren
vuren als naar voren.
Zwakten in linie-verdediging.
Deze verdedigingseilandjes zouden veel gemakkelijker te camoufleeren
zijn dan de gewone liniaire stelling, waar sommige gedeelten van de linies
verborgen zijn maar weer andere heelemaal te zien zijn. Het is werkelijk
zielig om sommige van onze liniaire verdedigingen in Engeland te aanschou
wen. Anti-tank-kanalen die zich over mijlen uitstrekken enwaar reeds
vanaf een afstand van tien mijl gedeelten van te zien zijn. Dicht bij deze
kanalen en ze overdekkend heb ik gecamoufleerde „pill-boxes" gezien
maar wat is het nut om een pill-box te camoufleeren wanneer de zichtbare
loopgraaf er naast gewoonweg als schreeuwend den duikbommenwerper of
den vijandelijken jager toeroept, dat hier de kleine verdedigingsstrook is,
waartegen de vijand zijn vuur kan concentreeren. Een tegen tanks bestand
terrein verschaft gewoonlijk een goede dekking, en maakt onze verdedigings
eilandjes onzichtbaar, zooals dat zoo essentieel is in de moderne verdedi-
Sin2-
Achter deze infiltratie-zone, die drie of vier mijlen diep kan zijn is er
een linie noodig van achterhoedeposten die door een gedeelte van het re-