1157
bezitten en elke goed uitgeruste soldaat noodig zijn. Ons geregeld leger in zijn
geheel, of bijna in zijn geheel, zal hiervoor noodig zijn.
Het zal fataal zijn dit leger te verstrooien door het op parachutisten te laten
jagen, hier een „weerstandslijn" te vormen tegen kleine aanvallen en op een
andere plaats een stadje te laten beztten. Dit leger moet als een speer worden
gebruikt.
Wat de Home Guard moet leeren.
De Home Guard moet de meeste defensie-eilandjes bezet houden. Doch
indien zij haar werk volkomen wil maken moet zij in staat zijn zich een
weinig te bewegen en tegelijkertijd stand te houden. Het oefenpeil moet in
hooge mate worden verbeterd. Gedurende den winter heeft de Home Guard
geleerd met wapens om te gaan en is in staat sterke punten op passieve wijze
bezet te houden. Nu moet zij zich toeleggen op tactiek zij moet leeren op
korten afstand tactisch mobiel te blijven, bijvoorbeeld over een gebied van
vijf tot zeven mijlen verwijderd van de hoofdcentra van den tegenstand. Deze
tactische beweeglijkheid maakt het geheele verschil uit tusschen passieve
garnizoenen en actieve garnizoenen.
Indien de Home Guard in hoofdzaak sterke punten passief bezet houdt uit
een oogpunt van algemeene defensie, zal zij in staat zijn een belangrijke rol
te spelen bij het verzet tegen zware aanvallen der Duitschers welke in hun
gebied komen. Doch zulke posities kunnen niet meer doen dan kleine aan-
valspatrouilles of troepen, misschien ook wel pantsertroepen, in hun opmarsch
vertragen. Deze aanvalspatrouilles sluipen door iedere defensie welke passief
is en zich tot haar „eilandjes" bepaalt, heen. Zij zullen zich wringen door
de wijde punten.
De Home Guard heeft mobiele eenheden noodig, patrouilles om slag te
leveren, afdeelingen welke in staat zijn plaatselijke tegenaanvallen uit te
voeren of rondzwervende vijandelijke groepjes op te ruimen.
Indien de Home Guard dit werk niet kan doen, zullen de aanvals
patrouilles in het voornaamste deel van hun taak slagen, namelijk om groote
afdeelingen van ons geregeld leger af te leiden, door deze troepen over het
geheele land te verspreiden, teneinde hen ervan te weerhouden deel te
nemen aan een snellen contra-blitz tegen iedere groepeering van nazi
strijdkrachten.
Home Guard moet mobiel zijn.
Er bestaan reeds afdeelingen van de Home Guard welke reeds dit peil van
tactische training en organisatie hebben bereikt. Bij het grootste deel is dat
evenwel niet het geval. Zij heeft deze training nu hoognoodig, een training
welke Hugh Slater, en anderen evenals hij, kunnen geven menschen die
niet alleen langdurige ervaring hebben op het gebied van oefenen en leiding
geven aan troepen om weerstand te bieden aan de moderne Duitsche tactiek,
doch die eveneens een theoretisch begrip van deze tactiek hebben.
Er zijn afdeelingen van de Home Guard welke, indien de brieven die ik
ontvang ook maar voor de helft waar zijn, „depressiegebieden" vormen. Daar
krijgen de ongelukkige vrijwilligers in niets anders les dan in formeele
exercitie. Hun wordt geleerd hoe zij het geweer moeten presenteeren, doch
niet hoe zij het moeten gebruiken. Indien zij les krijgen in tactiek, dateert
deze uit den vorigen oorlog. Zij hebben niets over het houden van straat
gevechten geleerd, niets van moderne camouflage. Zij zijn goed in den lang-
zamen opmarsch, doch met den langzamen opmarsch verliest men een
veldslag.
Men moet de toekomst van de Home Guard zien als een antwoord, en een
doeltreffend antwoord, op de agressie-techniek der nazi's. Wanneer wij ons
alleen bepalen tot het navolgen der totalitaire methoden, zullen wij de nazi's
nooit kunnen evenaren of voorbijstreven. Doch indien wij het initiatief van
ons volk de vrijheid laten en mobiliseeren, in zekeren zin op gelijke wijze
zooals dit defensieve leger van vrijwilligers werd opgericht en geoefend, geloof
ik dat wij wegen zullen vinden en ontwikkelen om ook in het offensief te