1165 tevens zeer belangrijke verklaringen door de ministers van het kernkabinet zullen worden afgelegd. Indien men rekening houdt met andere aanwijzingen, waarop wij in het vervolg van dit overzicht nader uitvoerig zullen terug komen, is er reden om zich af te vragen of deze vijftiende November of een der dagen, die daarop onmiddellijk volgen, het uur U voor den strijd in dit deel van de wereld zal zijn. Houden wij ons deze mogelijkheid voor oogen en er is reden om dit te doen dan kunnen de daden van uittarting, welke Duitschland op het oogenblik t.o.v. de V.S. bedrijft, niet als op zichzelf staand worden beschouwd, maar moeten zij worden gezien in een veel breeder kader. Onmiddellijk na het optreden van het kabinet Tojo volgde de aanslag op de „Kearny" en eenige dagen geleden die op de „Rueben James", waarmede het eerste Amerikaansche oorlogsschip is tot zinken gebracht. Het is duidelijk, dat dit geschiedt binnen het kader van de mogelijke in werking treding van het tripartite-verdrag tusschen Duitschland, Italië en Japan en uit dien gezichtshoek moet men ook de groote voorzichtigheid beoordeelen, welke Pres. Roosevelt in dit hoogst critieke uur aan den dag legt, zoowel m.b.t. het tot zinken brengen van de „Rueben James" als tot de geheimzinnigheid, die wordt betracht t.a.v. eventueele successen van de Amerikaansche marine tegen Duitsche raiders. Want Japan is volgens de bepalingen van dit verdrag slechts tot optreden verplicht indien een nog niet in den oorlog betrokken mogendheid aan Duitschland den oorlog verklaart, of dit zonder oorlogs verklaring aanvalt. Plet gaat dus om het vaststellen van de eerste actie. Wij allen zijn ervan overtuigd, dat Duitschland daaraan schuldig staat, maar even zeker als wij dit weten, is het ook zeker, dat het naar wegen zal zoeken om Amerika in staat van beschuldiging te stellen. Uit de „officieele" Duitsche verklaring, dat de „Greer" den aanval op den Duitschen onderzeeër opende en dat deze zich daartegen verdedigde, valt dit reeds af te leiden en met groote mate van waarschijnlijkheid zullen dergelijke verklaringen ook worden afgegeven t.o.v. de „Kearny" en de „Rueben James". Even aannemelijk is het, dat, altijd dezen datum van 15 November voor oogen houdend, binnen korten tijd de officieele Duitsche verklaring zal volgen, welke Amerika als aanvaller brandmerkt, als inleiding tot een beroep op de medeonderteekenaars van het tripartite-pact om de wapenen tegen dat land op te nemen. Mogelijk komt deze verklaring reeds in den tijd, welke verloopt tusschen het oogenblik van het schrijven van dit overzicht en het in druk verschijnen ervan. (Inderdaad hebben de feiten deze veronderstelling reeds achterhaald.) Dan wordt het natuurlijk de vraag hoe Japan op deze Duitsche vaststelling van „feiten" zal reageeren, doch er is, gezien den zeer sterken druk, welke op het oogenblik van Duitschen kant in Japan zelf waarneembaar is, en den grooten invloed op de militaire groep van den Duitschen ambassadeur Gnl. Eugen Ott, reden om aan te nemen, dat de huidige Japansche regeering zulke „feiten" zal aanvaarden en zich bereid zal verklaren, de verplichtingen van het tripartite-pact na te komen. Wat nu Japan's voorbereidingen voor actie naar buiten betreft, deze vallen in vier phasen te onderscheiden. De eerste is het samentrekken van Japansche troepen in Mantsjoekwo aan de Siberische grens, hetgeen, naar velen vermoeden, op een aanstaande actie tegen Rusland zou kunnen wijzen. Het is mogelijk, dat deze actie komt, indien de primaire doelstelling van deze concentraties niet wordt verwe zenlijkt. Zij is intimidatie. Het is al lang geen geheim meer, dat de Russen hun strijdkrachten in het Oosten belangrijk hebben moeten verzwakken en dat de kern van de nieuwe legers, welke de maarschalken Budjenny en Woroshiloff achter het oude front opbouwen, hoofdzakelijk bestaat uit strijd krachten uit Siberië. De mogelijkheid van tegenstand der Russen in Oost-Azië is hierdoor belangrijk verminderd. Als gevolg hiervan zien wij, ook al op korten termijn, als eerste mogelijkheid, dat Japan aan Rusland een „voorstel" zal doen ter „vriendschappelijke" regeling van verschillende kwesties, onder bedreiging met geweld. Het voornaamste punt van dit voorstel zou dan kunnen zijn, dat Rusland den

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 98