11. VAN HET WERELDTOONEEL.
1164
In het vorige overzicht behandelden wij uitvoerig de binnenlandsche
situatie in Japan en wij wezen erop, dat hoewel medio September een
militaire coup blijkbaar was voorkomen, het gevaar voor een wijziging in
de regeerings-structuur van Japan, die het militaire element aan het gezag
zou brengen, nog altijd niet van de lucht was.
Dit gevaar is wel zeer reëel gebleken en in den loop van October heeft
zich de verandering voltrokken, waarvoor velen beducht zijn geweest, en
is met het optreden van het kabinet Tojo een periode ingeluid van onmis
kenbare verdere agressie.
Prins Konoye en wie met hem een zekere gematigheid wilden betrachten,
heeft moeten wijken voor den druk der militairen. Over de directe oorzaak
hiervan zijn in de telegrammen slechts enkele zeer algemeene opmerkingen
gemaakt, maar de berichten uit de buitenlandsche bladen, welke thans begin
nen binnen te komen, verduidelijken verschillende omstandigheden.
Deze maken het zeer waarschijnlijk, dat de boodschap van Premier Konoye
tot Amerika's President, de directe aanleiding tot zijn val is geweest, aangezien
hij zich in deze boodschap, waarvoor hij de persoonlijke verantwoording
droeg, volgens verschillende berichten tot zeer belangrijke concessies bereid
zou hebben verklaard en de mogelijkheid van een bespreking over het
terugtrekken van de Japansche troepen uit „China proper" en uit Indo-China,
met een prijs geven van de verdere expansieplannen, zoowel naar het n.
als naar het z., zelfs zou hebben open gelaten. Hiertegenover zou dan een
erkenning van Mantsjoekwo door de V.S. moeten hebben gestaan, benevens
die van bepaalde Japansche rechten in de vijf noordelijke provincies van
China, zoomede het herstel van het normale handelsverkeer tusschen Japan
eenerzijds en Amerika, Engeland en Nederlandsch-Indië anderzijds.
Konoye, die ten slotte gedwongen was zijn kaarten op tafel te leggen,
heeft voor deze politiek, welke zich richtte op het redden van zijn land,
geen meerderheid kunnen krijgen en hij heeft moeten wijken voor den
Minister van Oorlog, Generaal Tojo, een van de krachtigste voorstanders
van het voortzetten van Japan's politiek tot het scheppen van een sfeer van
„wederzijdsche" welvaart.
Toen onmiddellijk na het optreden van Generaal Tojo daden van actie
uitbleven en zelfs de besprekingen met Amerika nog heetten te worden
voortgezet, hebben velen, die gaarne lichtzijden ontdekken in de huidige
situatie, gedachthet zal wel weer loslocpen. N.o.m. is dit verkeerd gezien.
Men heeft zelfs de mogelijkheid gesteld, dat het kabinet Tojo niet lang
zou aanblijven. Dit kan en misschien is dit door de militaire groep in Japan
ook wel voorzien. Maar als het kabinet Tojo aftreedt, dat zal dit zijn, nadat
het op korten termijn, rekening houdend met de wetten, Japan wat de
binnenlandsche verhoudingen betreft op volstrekten voet van oorlog heeft
geplaatst, om daarna de uitvoering van het buitenlandsch beleid, met de
consequentie van het conflict dat daaraan verbonden is, in handen te stellen
van een volstrekte militaire dictatuur.
De binnenlandsche maatregelen naderen hun voltooiing en verschillende
dagbladen, die de meening van de Japansche regeering plegen weer te
geven, hebben reeds verklaard, dat Japan gereed en tot den strijd bereid is.
De politie is zoodanig gereorganiseerd, dat het een minderheid mogelijk
moet zijn, te regeeren, terwijl de vitale bedrijven en industrieën op voet
van oorlog en onder volledige staatscontrole zijn gebracht. Voor zoover
mogelijk laat Japan zijn onderdanen uit landen, waarmede het in conflict
zou kunnen komen, terug keeren en duidelijke voorbereidingen worden van
militairen kant getroffen, welke op aanstaande actie, vermoedelijk in vele
richtingen tegelijk, wijzen.
De kroon op dit voorbereidende werk zal worden gezet door de bijzondere
zitting van den Rijksdag, welke den 15den dezer voor den tijd van vijf
dagen is bijeen geroepen en waarbij verschillende ingrijpende wetsontwerpen
ter goedkeuring zullen worden aangeboden, terwijl, naar stellige verwachting