nen werden, de benoodigde gelden nimmer toegestaan. IVel werd het eiland gedurende den vorigen wereldoorlog in staat van ver dediging gebracht en de reparatie-capaciteit opgevoerd, doch na den Vrede van Versailles werden deze maatregelen weer onge daan gemaakt. Uit maritiem-strategisch oogpunt kreeg Guam den genadeslag door het „Vijfmogendheden Verdrag" van Washington van 6 Fe bruari 1922. De Japansche gedelegeerden wilden toestemmen in de bekende 5:5:3 tonnageverhouding, mits de status quo m.b.t. zekere fortificaties en bases in den Pacific in het Verdrag werd bepaald. (Hierbij hadden de Japanners in het bijzonder de voorgenomen versterkingen van Guam en Cavite op het oog.) Aangezien zij onwrikbaar aan dien eisch vasthielden en de Ame rikanen, noch de Britten, Franschen en Italianen voelden voor een volkomen mislukking van de onderhandelingen, werd de bepaling in artikel XIX opgenomen. Dit bond de V.S., geen ver sterkingen aan te leggen in de Aleoeten, op de Philippijnen, Guam, Wake en Samoa Groot-Brittannië mocht geen bases aan leggen te Hongkong en in de Zuidzee-eilanden, terwijl Japan op de Koerden, de Lioe Sjoe-eilanden, Formosa, de Bonin-groep en de Mandaat-eilanden (Marianen, Palao-groep, Carolinen en Mar shall-eilanden)geen steunpunten mocht vestigen. Groot-Brittan nië mocht wel Singapore versterken, evenals de V.S. Hawaii en het Panama-kanaal. Het resultaat van het Verdrag van Washington was, dat de slagvloten van Japan en de V.S. aan een bepaald tonnage waren gebonden en werden gescheiden door enorme zeegebieden zonder steunpunten. Zoo ontkwam Amerika wel aan de geldelijke gevol gen van een vlootbouw-wedloop, doch daarvoor bleef zijn invloeds sfeer dan ook beperkt tot het o. bekken van den Pacific, terwijl Japan in het w. en z.w. van den Stillen Oceaan oppermachtig werd, omdat de op Singapore gebaseerde Britsche zeestrijdkrach ten in sterkte vele malen werden overtroffen door de geconcen treerde Japansche slagvloten. Het was derhalve voor Japan in het geheel niet gevaarlijk, toe te stemmen in de 5 5 3 verhou ding artikel XIX garandeerde immers de suprematie van zijn vloot in juist die wateren, welke het Japan van levensbelang acht. Tot de expiratie van het Verdrag op 31 December 1936 konden de V.S. op de bovengenoemde eilanden geen steunpunten aan leggen en dit is dan ook de voornaamste reden, dat de defensie werkzaamheden in den Stillen Oceaan nog niet in die mate zijn gevorderd als met het oog op den politieken toestand wel ge- wenscht zou zijn. Want het duurde nog eenige jaren na 1936 tot het Amerikaansche volk doordrongen was van de noodzake lijkheid, de steunpunten in den Pacific krachtig uit te bouwen, Zoo werd in 1938—1939 bij het Congres door een speciale vloot- commissie, aan het hoofd waarvan vice-admiraal Hepburn stond, een voorstel ingediend, behelzend de vestiging te Guam van een 1177

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 11