geconstrueerde groote schepen o.m. genoemd kunnen worden de „Fuso" (30.600 ton), de „Nagato" (33.800 ton), en de „Agaki" (43.500 ton). De oppervlakte van de fabrieken en werkplaatsen te Kure is bijna gelijk aan die van Yokosuka. In eerstgenoemde havenplaats bevinden zich de staatsfabrieken voor de vervaardi ging van pantserplaten en geschut. Bekend is, dat deze fabrieken in staat zijn, pantserplaten van 375 mm dikte en scheepsge schut van 40 cm te leveren. Reeds in 1920 verklaarde de Japan- sche Minister van Marine, admiraal Kato, dat al de toenmaals op de helling staande oorlogsschepen uitsluitend door Japansche arbeiders en met Japansche materialen werden gebouwd. De derde basis, Sasebo, werd gevestigd in 1890. Gelegen aan de westkust van het eiland Kiushu, niet ver van Nagasaki, was deze oorlogshaven oorspronkelijk slechts bestemd voor herstel lingswerkzaamheden. In 1906 begon de werf echter aan de con structie van een lichten kruiser en thans zijn de vijf werven in het bijzonder bestemd voor den bouw van lichte bovenwater schepen (tot kleine kruisers) en onderzeebooten. Twee van de zes dokken kunnen niet al te groote slagschepen opnemen, terwijl eenige jaren geleden plannen bestonden voor verbetering van de toerusting, o.m. door den bouw van een drijvend dok met een ver mogen van 50.000 ton. In 1901 werd de vierde basis te Maizuru gevestigd. Deze oorlogs haven ontleent haar beteekenis aan het feit, dat zij de eenige eerste klas basis aan de Japansche Zee is. De belangrijkheid wordt bovendien verhoogd door de zeer goede spoorwegverbindingen met de overige industriecentra. De haven beschikt over ruime mogelijkheden voor herstellingen aan schepen en machines, ter wijl de scheepswerven in staat zijn lichte kruisers, jagers, mij- nenleggers en onderzeebooten te bouwen. Van de drie groote dokken is er een geschikt voor opname van slagschepen. Behalve de bovengenoemde marine-werven zijn de volgende particuliere scheepsbouwmaatschappijen in staat oorlogsschepen zelfs de zwaarste soort te construeeren, n.l. de Mitsubishi, de Kawasaki, de Asano, de Uraga, de Mitsui en de Yokohama. Eerst genoemde maatschappij is de grootste scheepsbouwer van Japan. De overige steunpunten zijn Ominato op de Noordkust van Honsiu, Amami Oshima op de Lioe Sjoe-eilanden, Bako op de Pescadores (tusschen Formosa en het Chineesche vasteland), Shanghai, Ryozun (Port Arthur) en Chinkai op de z.o. punt van Korea. Drijvende dokken voor jagers en onderzeebooten bevin den zich te Ominato en Bako. Van recenten datum is de vestiging van de Japansche steun punten in het zuidwestelijk bekken van den Pacific, n.l. op de SpratZy-eilanden, te Hainan, Haiphong, Camranh en Saigon. Met deze opsomming is het aantal vloot- en luchtsteunpunten nog geenszins volledig. Een belangrijke keten, welke de Ameri- kaansche oost-west verbindingslijn in tweeën splijt en tevens de 1179

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 13