3. DE HYPERBOOL. Aan de hand van een rekenvoorbeeld moge e.e.a. nader worden verduidelijkt. Voorbeeld. Afstand 2000, co 4°6', a 8°, de eindsnelheid van het projectiel V0 331 m/sec., de snelheid, welke de kamerlading aan de kogeltjes mededeelt, 100 m/sec. De snelheid der kogeltjes in het springpunt bedraagt dan 431 m/sec. Uit deze snelheid is een maximum werkingsdiepte (E te berekenen van 229 m. w Voorts zullen navolgende benamingen worden gebezigd (fig. 36) 'm doode diepte (d.d.) SiE totale diepte (t.d.) t S, D, (SDj Ew), h waarin sin 7m p en w h springhoogte in m (hier gesteld op 8 m), diepte bestreken oppervlak (d.b.o.) t.d. d.d. EDl co a 4°6' 8° 12°6' tg 12'6' 0.21438 sin 7m - -jfg- 0.03494 tg 7m 0.03496 d.d. 37.32 tg (co a) t.d. 228,83 d.b.o. 191,51. Berekening van a (formule VIII). sin a 0.13917 cos cl 0.99027 sin o. cos 0.13782 sin (cl co) 06802 1203 CO

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 37